Het sacrament van het huwelijk

In de Schrift
Al op één van de eerste bladzijden van de Bijbel staat: “Zo komt het dat een man zijn vader en zijn moeder verlaat en zich zo aan zijn vrouw hecht, dat zij volkomen één worden” (Gen. 2,24). In een discussie met enkele Farizeeën verwijst Jezus naar deze oude tekst (Mt. 19,1-6; Mc. 10,1-12).) Jezus beklemtoont dat God de mens heeft geschapen met een bestemming en dat het huwelijk een roeping is. Wijzend naar de oorspronkelijke intentie van God bij de schepping, verklaart Jezus expliciet: Wat God verbonden heeft, mag een mens niet scheiden (Mt. 19,6b). 

In de liturgie
De huwelijkssluiting tussen man en vrouw gebeurt door hun wederzijdse jawoord. Man en vrouw geven elkaar in de Kerk het sacrament van het huwelijk. Het sacrament van het huwelijk wordt dus niet toegediend door een priester of diaken. Hij is bij een huwelijkssluiting aanwezig als officieel getuige van de Kerk. Trouwen voor de Kerk houdt in dat man en vrouw ten overstaan van een priester of diaken aan elkaar hun trouwbelofte uitspreken, in aanwezigheid ook van twee andere getuigen. Na het uitspreken van de trouwbelofte zegt de aanwezige priester of diaken: “Voortaan zal de kerkgemeenschap u beschouwen als gehuwden”. Hierna vinden de zegening en de overreiking van de huwelijksringen plaats. In veel parochies bestaat bovendien de gewoonte om een huwelijkskaars te ontsteken. De huwelijkssluiting in de Kerk kan zowel in een Eucharistieviering plaatsvinden als in een viering van woord en gebed. De huwelijkszegen over bruid en bruidegom wordt in de Eucharistieviering uitgesproken na het bidden van het Onze Vader, voorafgaande aan de vredewens. In een huwelijksviering van woord en gebed (eventueel met communie-uitreiking) is de huwelijkszegen na de voorbede. 

De betekenis
Het huwelijk wordt een verbond genoemd. Verbond heeft in de Bijbel te maken met de band van liefde en trouw die God met zijn volk aangaat, voor altijd (Jes. 54,10; Ez. 37,26-27). Op grond van hun jawoord zijn man en vrouw geroepen om als gehuwden een levenslange wederzijdse band aan te gaan. In de trouwbelofte wordt gezegd: al de dagen van ons leven. De liefde en trouw in het huwelijk zijn beeld van de liefde van God voor zijn volk. De apostel Paulus schrijft: Man en vrouw zullen één vlees zijn. Dit geheim heeft een diepe zin. Ik voor mij betrek het op Christus en de Kerk (Ef. S, 32). Het huwelijk is dus beeld van de band tussen Christus en zijn Kerk. Het sacrament van het huwelijk is teken van Gods liefde en geeft als werkzaam teken tevens de kracht aan gehuwden om in eenheid hun belofte van liefde en trouw gestand te doen. In het huwelijk zijn man en vrouw geroepen om samen door het leven te gaan. Dit betekent dat man en vrouw werkelijk deelhebben aan elkaars leven: dat zij elkaars welzijn en geluk voor ogen hebben, en dat zij als gehuwden bereid zijn ouders van kinderen te worden. Een gelovig gezin wordt ook wel huiskerk genoemd, omdat daar het geloof samen beleefd en verdiept kan worden in gebed en omzien naar elkaar, tot opbouw van de Kerk en de samenleving. Er zijn steeds meer parochies waar aanstaande bruidsparen enkele avonden samenkomen om zich op dit sacrament voor te bereiden. Een huwelijks-Bijbel is een prachtig geschenk. 

vicaris R.G.W. Cornelissen
bisschoppelijk vicaris van het vicariaat Deventer en voor Huwelijk en Gezin