
Pastoraal beleidsplan H. Pancratius parochie 2015-2018
Inleiding
In het eerste beleidsplan 2010 – 2015 zijn hoofdlijnen voor het pastorale beleid uitgezet.
Intussen hebben we nieuwe inzichten opgedaan, hebben de ontwikkelingen niet stilgestaan.
Die willen we in dit nieuwe plan meenemen. In onze ogen is de parochie meer dan alleen een service-instituut,
een onderneming of bedrijf met het geloof als product of een gemeenschap van vrijwilligers die het met elkaar moeten zien te rooien. Wij verstaan parochie allereerst als een gemeente van Christus. Aan Hem ontlenen we onze identiteit. Hij roept ons samen en zendt ons de wereld in om Zijn Blijde Boodschap te verkondigen en handen en voeten te geven. Die opdracht aan Zijn kerk klinkt al vanaf haar oorsprong, vanaf het Pinksterfeest. Daarmee is ze kerk van alle tijden en plaatsen. Vanuit deze opdracht willen we naar de parochie kijken en de problemen daarbinnen zo realistisch mogelijk waarnemen en wegen naar de toekomst zoeken en gaan in het voetspoor van Paus Franciscus, die ons er steeds aan herinnert dat we een dienende kerk moeten zijn.
1. De wereld waarin we leven en de kerk waarin we geloven
We leven in een wereld waarin het parochiepastoraat sterk in beweging is. De kerkelijke betrokkenheid neemt af.
Het huidig pastoraal aanbod voorziet niet meer (of onvoldoende) in de vragen en verlangens van mensen van deze tijd.
We leven in een samenleving waarin mensen kritisch zijn en meerdere identiteiten en loyaliteiten hebben. Mensen willen zich niet meer of slechts gedeeltelijk binden en er is een toenemende weerstand tegen instituties en autoriteiten. Liberalisering en individualisme dragen bij aan een andere vorm van geloven. Veel mensen hebben wel een verlangen naar zingeving en spiritualiteit, maar gaan daarvoor andere wegen. Dat geldt ook voor onze parochianen. Op grond van persoonlijke overtuigingen stellen mensen hun eigen geloofspakket samen. Het kerkgebouw en het parochiecentrum zijn voor hen niet meer de centrale plaats voor ontmoeting en (geloofs)verdieping. Voor hen is de katholieke kerk een keuzekerk geworden.
2. De parochie waarin wij leven
We zien dat terug in onze parochie. In vergelijking met 2011 is het aantal kerkgangers in 2012 met een derde afgenomen. Een daling die ook in 2013 doorzet. Wanneer deze dalende tendens zich doorzet brokkelt de kerkgang in snel tempo af. Voor de weekendliturgie houden we dan steeds meer ruimte in onze gebouwen over en hebben we ze over enkele jaren niet meer nodig.
Kerkgangers tussen 2008-2020 | (jaarlijkse telling) | (progn. 2008) | ||||||
plaats | geloofsgemeenschap | 2008 | 2011 | 2012 | 2013 | 2015 | 2020 | |
Albergen | H. Pancratius | 208 | 6,90% | 291 | 151 | 121 | 155 | 125 |
Fleringen | Onbevlekt Hart van Maria | 150 | 16,80% | 114 | 64 | 66 | 110 | 90 |
Geesteren | H. Pancratius | 603 | 15,30% | 425 | 247 | 223 | 475 | 390 |
Langeveen | H. Pancratius | 202 | 27,20% | 107 | 105 | 102 | 155 | 130 |
Mariaparochie | O.L.V. v Altijddurende Bijstand | 364 | 12,00% | 168 | 125 | 125 | 275 | 220 |
Reutum | HH. Simon en Judas | 112 | 10,30% | 114 | 113 | 100 | 90 | 75 |
Tubbergen | H. Pancratius | 372 | 8,30% | 174 | 224 | 130 | 285 | 220 |
Vasse | HH. Joseph en Pancratius | 206 | 13,50% | 268 | 88 | 137 | 160 | 130 |
Vriezenveen | H. Antonius Abt | 134 | 8,50% | 111 | 102 | 76 | 110 | 90 |
totaal | H. Pancratiusparochie | 2.349 | 11,60% | 1.772 | 1.219 | 1.080 | 1.815 | 1.470 |
In 2008 werd een prognose gemaakt van de daling van het kerkbezoek in 2015 en in 2020. |
Deze snelle verandering in de kerkgang, en ook in andere manieren waarin betrokkenheid zichtbaar wordt, willen we duiden door te kijken naar hoe de parochie is opgebouwd. Wij onderscheiden globaal drie groepen:
• de (kern van de) geloofsgemeenschap;
• de gelegenheidsgemeenschap;
• de passanten.
Deze groepen hebben de volgende kenmerken.
2.1 Geloofsgemeenschap
De basis van onze parochie zal bestaan uit de negen plaatselijke geloofsgemeenschappen die zich tegelijkertijd
een zelfbewust deel weten van een wereldkerk. De kern van deze gemeenschap bestaat uit gelovige mensen die individueel,
persoonlijk voor deze kern kiezen en die zo een binnencirkel willen vormen: ‘een Milieu van Geloof’, als een oase in een woestijn.
• Deze kern is een ‘Volk Gods Onderweg’: mensen die actief, bezinnend, communicatief, spiritueel en zelfwerkzaam zijn. Het is de plek waar wordt gebeden en gezongen, waar de
naam van God klinkt, waar de Schrift wordt geopend, waar de herinnering aan Jezus van Nazareth levend wordt gehouden, waar over grote gelovigen van vroeger en nu wordt
verteld, waar het gaat over de Grote Vragen en mogelijke oplossingen. Kortom: een oefenplek voor dienen, vieren en leren en opbouwen van een geloofsgemeenschap.
‘Geloven is een manier van omgaan met het leven’.
• Deze kern wil ‘leren geloven’, middels het vertellen aan elkaar van levens- en geloofsverhalen (naar binnen gericht),
in groepen die functioneren als ‘centra van geloof, hoop en liefde’. Deze geloofscommunicatie wordt steeds weer gestimuleerd.
• De leiding van de geloofsgemeenschappen is richtinggevend, begeleidend, dienstbaar, inspirerend.
• De geloofsgemeenschappen vormen samen de parochie. Werkgroepen hierbinnen zijn zowel taakgericht als (geloofs)bezinnend bezig.
• De geloofsgemeenschappen zijn op weg temidden van en open naar de samenleving, naarbuiten gericht (Mattheüs 5, 13-14: “Jullie zijn het zout van de aarde… Jullie zijn het licht in de wereld”). Zij is een uitnodigende maar ook kritische gemeenschap, die in navolging van Jezus duidelijk keuzes maakt voor diaconale taken zoals aandacht voor de minsten, sociale noden, etcetera.
• In de schaalvergroting van onze samenleving neemt deze kern deel aan een groter geheel van geloofsgemeenschappen. Verstandig omgaan met menskracht en tijd zal in die samenwerking leiden tot het gezamenlijk voorbereiden en uitvoeren van werkgroeptaken, zoals toeleiding tot de sacramenten, eucharistievieringen, woord- en communievieringen, woorddiensten, gebedsdiensten, besturen et cetera.
2.2 Gelegenheidsgemeenschap
Om de kern heen zal een gelegenheidsgemeenschap zichtbaar zijn op zoek naar service bij bepaalde levensgebeurtenissen, groepsgewijs of individueel kiezend voor kortstondige contacten in hun zoektocht naar gemeenschap, spiritualiteit, soms uit heimwee.
• Deze gelegenheidskerk kan slechts bestaan bij de gratie van de geloofsgemeenschap.
• Als religieuze dienstverlening geeft zij, op de momenten dat zich vanwege ‘aanleidingen’(uitvaart, doop, behoefte aan een luisterend oor etc.) een gelegenheidsgemeenschap
vormt, genereus steun en zekerheid aan mensen op die levensmomenten.
• Die aanleidingen leiden bij hen tot het herkennen van traditie-elementen, die in het geheugen van de geloofsgemeenschap rusten. De parochie wil deze vraag om service positief duiden en ernstig nemen. Die aanleiding in het leven van mensen is voor de parochie een uitdaging om de levenservaringen van deze mensen te verweven met de Schriften.
• De geloofsgemeenschap is enerzijds de garantie voor continuïteit in het geheugen van de Kerk,maar mag zich daarnaast ook laten uitdagen door die gelegenheidsgemeenschap in het zoekennaar creatieve vormen van dienstbaarheid. Dat wat met dierbare gevoelens herinnerd wordt, kan met een liefdevol hart naar buiten worden gedragen.
2.3 Passanten
Om kern en gelegenheidsgemeenschap heen zal sprake zijn van passanten: mensen die zoeken naar kunst en cultuur, of die toevallig ingaan op een oproep vanuit de parochie tot eenmalige bezinning of gesprek.
• Hiertoe zoekt de geloofsgemeenschap naar vormen om haar kerkgebouw ook een waardige culturele ontmoetingsplaats en stilteplek te laten zijn voor deze zoekende, soms shoppende groep passanten.
• Naast kunst en cultuur (tentoonstellingen/concerten), is er ook open aanbod voor bezinning
De grenzen tussen deze groepen zijn vaak niet zo scherp te trekken, zijn vaak vloeiend en afhankelijk van concrete gebeurtenissen in het leven van mensen of van de parochie.
In ons onderzoek ‘Mijn kerk-Jouw kerk’ zagen we dat er grote veranderingen zijn opgetreden in de aantallen mensen die onder deze drie groepen gerekend kunnen worden. Was een halve eeuw geleden de eerste groep nog veruit de grootste, nu zien we dat de passanten de grootste groep geworden zijn. Hoe is dat gegaan?
Kernleden | Gelegenheids-deelnemers | Passanten | ||||||||||||||||
Grootouders | ||||||||||||||||||
Toen | ||||||||||||||||||
Ouders | ||||||||||||||||||
Nu | ||||||||||||||||||
als kind/tiener | ||||||||||||||||||
Kinderen | ||||||||||||||||||
nu als kind | ||||||||||||||||||
als tiener | ||||||||||||||||||
christelijk geloof | ||||||||||||||||||
afwezigheid van christelijk geloof | ||||||||||||||||||
aantallen kerkelijke ervaringen (bidden, kerkgang, Bijbelverhalen, feesten, optochten, activiteiten) | ||||||||||||||||||
geen kerkelijke ervaringen of ervaringen worden niet als kerkelijk begrepen |
Het geloof van vader en moeder bepaalt in belangrijke mate hoeveel kerkelijke ervaringen een kind meekrijgt. De ouders hebben zich het geloof van de grootouders slechts deels eigen kunnen maken. In hun jeugd was hun leven vol kerkelijke gebeurtenissen, zelfs als hun ouders niets geloofden. De huidige ouders geven hun geloof door zonder veel kerkgang, bidden, vieren, enz. Kinderen van nu willen net zo graag geloven als vroeger, maar hebben geen denkkader meegekregen om het kleine aantal kerkelijke ervaringen een plaats te geven.
Niet alleen de aantallen verschuiven, maar ook de manieren waarop mensen in God geloven:
- Er is onder onze parochianen een groep kerkelijk en christelijk gesocialiseerde mensen, die misschien niet onvoorwaardelijk in de leer van de kerk geloven, maar die de persoon van God, Vader, Zoon en H. Geest hebben leren kennen en waarderen. Deze mensen willen zeker blijven meedoen. Ook al is dat voor de meesten niet iedere zondag.
- Een andere groep heeft zich een menselijk beeld van Jezus eigen gemaakt. Ze vinden Hem een buitengewoon mens, een goed mens en nastrevenswaardig. ‘God gebeurt’ voor hen waar mensen het leven delen en goed zijn voor elkaar.
- Voor een andere groep is er nog wel enige betekenis aan het woord God, er moet wel ‘iets’ zijn. Hoewel men niet naar de kerk gaat, laat men kinderen wel dopen of meedoen met andere sacramenten. ‘Zo horen onze kinderen en het gezin er bij in het dorp.’
- Voor een aantal mensen is het geloof in God geheel op de achtergrond geraakt. De bijbel, de kerk, pastores of gelovige ouders of vrienden maken daarin geen verschil.
3. Onze visie en missie
3.1 Onze missie
De ontwikkelingen in kerk en samenleving dagen ons uit om onze missie en visie nog eens scherp tegen het licht te houden en vragen om een aangepast pastoraal beleid. We realiseren ons dat we daarin ook moeilijke keuzes zullen moeten maken, om daarmee nieuwe wegen naar een toekomst te vinden. In dat perspectief beschouwen wij de krimp niet als kramp, maar als een uitdaging voor de toekomst. Hoewel het kerkelijk leven in de huidige samenleving slechts een bescheiden plaats inneemt, wil de parochie van de H. Pancratius bestaan uit aantrekkelijke geloofsgemeenschappen, waar mensen oog en oor hebben voor elkaars levens- en geloofsvragen. Vitale, open en dynamische gemeenschappen die gezamenlijk en afzonderlijk een bijdrage willen leveren aan de leefbaarheid van de samenleving. Rust- en werkplaatsen waar we ons gezamenlijk geloven handen en voeten kunnen geven. Plaatsen waar je elkaar kent, waar je samen het leven deelt. Geloven en geloofsgemeenschap-zijn gebeurt echter niet uitsluitend achter de gesloten deuren van de kerk, maar zeker ook daarbuiten, in onze straten, scholen en huizen. Daar krijgt geloven concrete gestalte: door en met elkaar.
De geloofsgemeenschappen zijn ‘ontmoetingsplaatsen’, waar mensen:
– in de geest van Jezus van Nazareth,
– betrokken zijn op elkaar en
– dienstbaar willen zijn aan elkaar en de samenleving.
3.2 In de geest van Jezus van Nazareth
Onze belangrijkste inspiratie- en voedingsbron is het leven van Jezus van Nazareth. Zijn verbondenheid met de Vader en zijn kijk op de wereld willen we dichter bij onszelf brengen. In onze parochie willen wij op eigentijdse wijze zijn volgelingen zijn, een beweging in de Geest van Jezus. We willen een verbinding leggen tussen de aloude verhalen van Schrift en katholieke Traditie aan de ene kant, en de verhalen over en van wat mensen nu bezighoudt en wat er in de huidige samenleving gebeurt aan de andere kant. Naar deze verhalen willen we luisteren en ons erdoor laten inspireren. Ieders inbreng ervaren we daarbij als waardevol. Het is onze taak om mensen te helpen ervaringen en gevoelens te verwoorden in religieuze taal en dit ook uit te dragen om mensen van nu te leren dat de christelijke waarden, gebeden, symbolen en rituelen hen iets waardevols te bieden hebben. Dat is voor ons de kern van de evangelische boodschap. Het leren moet dan verstaan worden als leren van elkaar, waarbij we niet schromen de fundamentele vragen van ons geloof te onderzoeken in ons zelf als ook in samenspraak met anderen. Tijdens het samen vieren van de eucharistie mogen we in woord en sacrament het meest direct ervaren hoe Christus onze voedingsbron is. Hoe Hij deelt met ons, zijn vrienden.
3.3 Betrokken op elkaar
De geloofsgemeenschap is de plaats waar mensen elkaar zien, naar elkaar luisteren en op elkaar betrokken zijn in het leven van alledag. De plaats ook waar mensen in verbondenheid met God en met elkaar hun vreugde en verdriet, hun hoop en wanhoop kunnen delen, voortdurend in contact met de vragen van ieder individu en de samenleving, samen onderweg, voortbouwend op het verleden. De plaats , waar ieder zich thuis kan voelen en de ruimte krijgt om zijn of haar talenten in te zetten. De geloofsgemeenschap is een open en gastvrije gemeenschap die in gesprek wil gaan met (groepen van) mensen die willen aanhaken voor een luisterend oor, voor wat warmte, om op verhaal te komen, zorg en bezinning vinden op momenten wanneer zij dat in hun leven nodig hebben of voor belangrijke keuzes in hun leven staan.
3.4 Dienstbaar aan elkaar en de samenleving
We willen een vitale parochie zijn, open en uitnodigend, met zorgende gemeenschappen die binnen de samenleving dienstbaar willen zijn aan het geluk van medemensen, in het bijzonder voor de meest kwetsbare en hulpbehoevende mensen. We willen dat zijn in het klein, op persoonlijk vlak, maar ook in het groot, op structurele wijze (vastenactie, armoedeproblematiek). Deze dienstbaarheid houdt niet op bij de grenzen van onze parochie. Omgekeerd willen we ons in verbondenheid met de wereldkerk laten inspireren en stimuleren door maatschappelijke en religieuze bewegingen die een bijdrage leveren aan het realiseren van gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. Zij moeten kunnen rekenen op onze sympathie en ondersteuning. Via concrete activiteiten willen we parochianen bewust maken en in contact brengen met mensen in nood, hen daarmee de gelegenheid bieden een steentje bij te dragen, en we willen daar jongeren bij betrekken.
3.5 Samenvattend
In het samen delen tijdens de Eucharistie, in het samen vieren in de gemeenschap, ervaren wij de kracht van het christelijk geloof.
Dit samen delen maakt dan ook een essentie van ons geloven uit: delen wat we hebben, delen wie we zijn.
Naar buiten toe betekent dat: samen werken aan een betere samenleving, aan het geluk van mensen en uitdragen
dat we reisgenoten zijn: toekomstgericht, bemoedigd en geïnspireerd door wat we binnen onze parochie meekrijgen en delen.
4. Pastoraal beleid
In het voorgaande werd aangegeven hoe we de stand van de dingen in de parochie zien. Tegen deze achtergrond willen we ons pastoraal beleid ontwikkelen langs drie lijnen. Als eerste zijn er de traditionele taken van de parochie, het zogenaamde kernprogramma. Vervolgens is er de zorg voor pastorale nabijheid en ontmoeting van en tussen parochianen en tenslotte is er het terrein van het pastoraal ‘ondernemerschap’, je zou kunnen zeggen ‘nieuw pastoraat’. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt om voor al deze taken de tijd te krijgen die nodig is.
4.1 Keuzes
Naar de toekomst toe kunnen we niet meer alles doen wat gewenst wordt. We zullen keuzes moeten maken op het gebied van het beleid en van de organisatie. Deels zijn deze al terug te vinden in onze werkplannen en protocollen. Eén keuze staat al vast: in de uitvoering van het pastoraat is een sterkere concentratie van het kernprogramma nodig om voldoende ruimte te kunnen maken voor de zo noodzakelijke vernieuwing van het pastoraat. Die vernieuwing is er vooral gericht op nieuwe doelgroepen. Dat vraagt van de negen geloofsgemeenschappen intensievere samenwerking in het kernprogramma. Waar het gaat om de pastorale nabijheid kan elke geloofsgemeenschap daar de vorm aan geven, die het beste bij de lokale mogelijkheden past. Hoewel we dit proces vanuit het pastoraal team zullen ondersteunen, wordt een groter beroep gedaan op de eigen kracht en kwaliteit van de gemeenschap. Daarbij geldt overigens ook, dat wat niet meer op eigen kracht kan, wellicht in bondgenootschap met andere betrokkenen ter plekke (o.a. andere kerken, KBO, Zonnebloem, gemeente) wel realiseerbaar is. Hoe kunnen gemeenschappen meer profijt hebben van elkaar? Hoe kunnen we ook gezamenlijk, als parochie, onze kracht laten zien? Uitdagende vragen die ook weer nieuwe energie kunnen geven.
4.2 Kernprogramma: de traditionele taken
In het kernprogramma gaat het concreet om de taken die de RK Kerk ziet als wezenlijk en die het kader vormen van het handelen van de parochie: eucharistievieringen en andere vormen van sacramentenbediening, (sacramenten-)catechese, uitvaarten, individueel (crisis-) pastoraat en individuele noodhulp. De meeste van deze taken zullen gaandeweg steeds meer op centraal niveau gaan plaatsvinden, of op één of enkele locaties in de parochies. Bestuur en pastoraal team garanderen de uitvoering daarvan. De leden van het pastoraal team voeren dit programma uit, ondersteund door vrijwilligers, die we parochie breed zullen werven met een aantrekkelijk en uitdagend (waar nodig helder beschreven) takenpakket, voor een incidentele activiteit of voor langere tijd. Wanneer een taak daar om vraagt, wordt vrijwilligers een adequate vorming en toerusting geboden.
Weekendvieringen
Wanneer de afname van de kerkgang in dit tempo doorzet, zullen we op minder plekken in het weekend gaan vieren. Daarmee kunnen we beter investeren in de kwaliteit van de
vieringen en winnen we voorbereidingstijd voor meer missionaire activiteiten.
Weekvieringen.
In principe gaan de twee priesters van het team voor in de doordeweekse vieringen. Wanneer een van hen niet kan voorgaan, vervalt de betreffende viering. Wanneer er een verplichte viering in de basiliek plaatsvindt, vervallen de vieringen elders.
Doorlopende catechese
Het is van belang om de aandacht steeds meer te verleggen van de sacramentencatechese naar een doorlopende catechese. Het is van belang om opgroeiende kinderen een basis aan te reiken waar de sacramentencatechese bij kan aanhaken. De doorlopende catechese kan de gelovige ruggengraat vormen waaraan de ribben van de sacramentencatechese kunnen worden bevestigd. Nu merken we nog vaak dat de sacramenten korte momenten zijn die nauwelijks raakvlakken hebben met het leven van het opgroeiende kind. Rondom de peuter/kleuterkerk, tussen communie en vormsel en in de tienerleeftijd willen we activiteiten aanbieden die aansluiten bij het leven van het kind en christelijke betekenis helpen geven aan de grote vragen die het leven stelt. U vindt al deze activiteiten in het schema terug.
H. Doopsel
In 2010 is gekozen voor een gezamenlijke doopvoorbereiding om ouders van verschillende geloofsgemeenschappen met elkaar in gesprek te brengen. Daartoe zijn drie kringen van geloofsgemeenschappen gevormd. Elke kring kent een voorbereidingsavond per viering. De inhoud daarvan is hetzelfde. De vieringen vinden nog in een wisselende frequentie per locatie plaats.
Nu we terug kijken op onze eerste ervaringen valt op dat de doopouders de gezamenlijke voorbereiding als heel vanzelfsprekend ervaren. Maar intussen neemt het aantal dopelingen af en daarmee ook het gemiddelde aantal dopelingen per viering. Ook wat het dopen betreft kunnen we met minder vieringen toe. Daarom plannen we vanaf 1 januari 2015 minder doopvieringen in.
Peuter/Kleuterkerk
Voor de jongste parochianen en hun ouders/gezin bestaat er de mogelijkheid om deel te nemen aan de peuter en kleuterkerk. Deze wordt op een vaste, geschikte plaats gevierd. Ouders krijgen af en toe een ouderbijeenkomst aangeboden om hen te ondersteunen bij de geloofsopvoeding.
Eerste Communie
Op dit moment zijn we blij dat we in elk dorp nog een voorbereiding en viering van de Eerste H. Communie kunnen doen. We gaan proberen om Doopsel, Communie en Vormsel steeds meer een onderdeel te laten zijn van doorlopende catechese. Zodat opgroeiende kinderen steeds meer het gevoel krijgen dat de sacramenten en de kerk horen bij hun leven van elke dag en daar betekenis aan geven.
Gezinsvieringen
Elk jaar willen we drie keer een gezinsviering 2.0 houden. Een gezinsviering met extra’s, waarbij er meestal meer dan één kinderkoor zingt en er ook rondom de viering gelegenheid is om iets te zien of te doen en elkaar te ontmoeten. Het is de bedoeling dat gezinnen uit de hele parochie kunnen deelnemen. Het is de bedoeling dat deze nieuwe vieringen vaker zullen worden gehouden en de traditionele gezinsvieringen minder vaak.
H. Vormsel
Het Vormsel is de laatste jaren ook sterk veranderd. We streven er naar dat het een onderdeel wordt van de doorlopende catechese. Zo kan het Vormsel ook echt een duurzame positieve betekenis krijgen in het leven van een vormeling. Er wordt steeds meer samengewerkt tussen geloofsgemeenschappen. We streven naar een zo bewust mogelijke keuze voor het Vormsel, zodat jongens en meisjes er ook meer van kunnen ‘meenemen’ voor hun dagelijks leven. Samenwerking tussen gemeenschappen is ingezet en zal gaandeweg worden uitgebreid.
Sacrament van de zieken
Regelmatig worden we op laatste moment bij een zieke geroepen voor een ziekenzalving of een ziekenzegen. Dan komt het meer dan eens voor dat de betreffende zieke het sacrament niet meer bewust kan meemaken. We willen meer mogelijkheden scheppen om dit sacrament tijdig te kunnen ontvangen en parochianen bij verschillende gelegenheden daarop voorbereiden.
Oecumene
Oecumenische initiatieven vinden we als team belangrijk omdat deze de gegroeide scheidingen tussen christenen en kerken willen doorbreken.
Met name in Tubbergen en Vrienzenveen bestaan van oudsher al kontakten met de andere kerken. Deze willen we bewaren en zo mogelijk verder uitbouwen in liturgie, catechese en diaconie.
Hieruit volgt dat oecumene dus meer is dan alleen liturgische vieringen en dat ze door het geheel van de parochie gedragen dient te worden.
4.3 Pastorale nabijheid
Nabijheid is het kernwoord van de wijze waarop leden van de plaatselijke geloofsgemeenschappen hun geloof in Jezus Christus vieren en met elkaar delen(bijvoorbeeld in gebedsmomenten, ontmoetingsactiviteiten, bezoekwerk en geloofsgesprek) en waarin zij ook hun christen-zijn voor elkaar en in de wereld kunnen uitdrukken (door activiteiten die zorg voor elkaar beogen of solidariteit met ‘derden’, m.a.w. diaconale activiteiten). Nabijheid betekent geenszins gerichtheid naar binnen, integendeel. De uitvoering van de activiteiten ligt in handen van de gemeenschap zelf. De vrijwilligers kunnen voor ondersteuning een beroep doen op de leden van het pastoraal team. Activiteiten die hieronder genoemd kunnen worden zijn: vieringen op een dagopvang, lezingen v. ouderen op de Eeshof enz., overleg bezoekwerk, RK beraad-bezoekwerk, onze troosttas voor kinderen, TMZ-parochie, ziekendag, individueel Pastoraat, bezoekwerk en crisis-pastoraat.
Vanaf het moment dat geloofsgemeenschappen deel uitmaken van een gefuseerde parochie zijn zij geen parochie meer in de oude zin van het woord. In samenspraak met actieve leden van de geloofsgemeenschap willen we een nieuw zelfbewustzijn ontwikkelen en met hen onderzoeken op welke wijze zij als gelovige leden van een gemeenschap elkaar nabij kunnen zijn en als gemeenschap in de samenleving van het dorp, de wijk of de stad presentie en van betekenis kunnen zijn.
In dit verlengde willen we op 4 / 5 plekken in de parochie ontmoetingsplekken scheppen, waar bovengenoemde activiteiten kunnen plaatsvinden. Vanuit het pastoraal team willen we dit proces actief ondersteunen.
We willen ook, naast het traditionele bezoekwerk door pastores, het plaatselijke bezoekwerk nieuwe impulsen geven. In eerste instantie willen we de plaatselijke situatie in kaart brengen en de concrete mogelijkheden verkennen. We willen dat doen in nauwe samenspraak met leden van de plaatselijke geloofsgemeenschap. We willen daarbij verkennen of en op welke wijze we gebruik kunnen maken van de inzichten en ervaringen, die worden opgedaan tijdens het diocesane onderzoek naar de vitaliteit van geloofsgemeenschappen op basis van kwalitatieve criteria.
4.4 Pastoraal ondernemerschap (nieuw pastoraat)
Pastoraal ondernemerschap betreft experimenten en verkenningen met het oog op gemeenschaps-vorming, groei of vernieuwing van de parochie en hun maatschappelijke relevantie. Het zou mooi zijn als deze (in principe projectmatige) verkenningen of experimenten uitlopen op een vaste activiteit van de parochie (hetzij in de lijn van de kerntaken, hetzij in de lijn van de zorg voor nabijheid). In deze lijn van pastoraal ondernemerschap kunnen pastorale professionals en locale gemeenschappen actief zijn, al dan niet in samenwerking met bondgenoten of andere partners. De werkzaamheden hoeven niet per se ingekaderd te zijn in een al eerder vastgesteld beleidsplan of werkplan, maar moeten wel ondernomen worden op basis van een duidelijk ervaren vraag en goede argumenten. Pastoraal team en bestuur dienen er hun goedkeuring aan te geven. Het parochiebestuur stelt een budget ter beschikking op grond van een activiteitenplan. De eerstverantwoordelijke is de projectleider of degene die door het bestuur is aangewezen als ‘uitvoerder’. Voorbeelden van dit nieuwe pastoraat: The Passion, peuter/kleuter viering, biechtaanbod, tienerwerk, maatschappelijke stage (MaS), Cursussen zoals Opnieuw beginnen en Jonge wijn in nieuwe zakken, catecheseprojecten voor school en geloofsgemeenschap voor kinderen van groep 5, 6 en 7, de vastenkalender, schuldhulp-maatje, de cursus bezoekwerk, Diaconaction en het project pastorale nabijheid.
Samenvattend
Wanneer we deze drie lijnen, waarlangs we ons pastorale beleid willen ontwikkelen, en de activiteiten, waar we in eerste instantie aan denken, in een schema samenbrengen, ontstaat het volgende beeld:
KERNTAKEN | NABIJHEID | NIEUW PASTORAAT | ||||
samen | lokaal | samen | lokaal | samen | lokaal | |
Liturgie | Paastriduüm
gezinsvier.2.0 2 gezamenlijke vier. (Seizoenstart + Pancratiusdag) Vormsel Viering mensen met verstandel. beperk.* Oecumenische vier. * |
Weekendvieringen
Doordeweekse vieringenJongerenviering Uitvaarten Doopsel Huwelijk E.H. Communie Maria-lof Ziekenzalving |
Vieringen- dagopvang | The Passion Peuter/kleuter viering. | Biechtaanbod | |
Catechese | Voorbereiding doop, vormsel, huwelijk
Geloven Nu* Bijbels culinair* Lezingen Themawandelingen |
Voorber. EHC | Lezingen v.
ouderen op Eeshof enz. |
Tienerwerk
Maatschappel. Stage (MaS) Opnieuw beginnen Jonge wijn in nwe zakken |
Catechese gr.
5, 6, 7 |
|
Diaconie | D. beraad
D. weekend Vastenactie Vasten wandeling* Adventsactie Regio MOV Bedevaarten D. jaarkalender PCI Contact met kerk. en maatsch. instanties |
Overleg bezoekwerk
RK beraad-bezoekwerk Troosttas TMZ-parochie Ziekendag |
Individueel
Pastoraat / bezoekwerk Crisis-pastoraat |
Vastenkalender
Schuldhulp- maatje Proj. Cursus bezoekwerk Diaconaction |
Project Past.
nabijheid |
Uitleg: – Nabijheid is een bijzondere groep van de kerntaken. – De trend: wat niet meer lokaal kan, doen we samen. Nieuwe dingen doen we zoveel mogelijk samen.
* Er zijn op alle deelterreinen oecumenische activiteiten.
5. Organisatie
De ontwikkeling en uitvoering van dit pastorale beleid vraagt om een organisatie, die daarop is ingericht.
5.1 Het pastoraal team
Het team beschikt over een formatie van 4,63 fte.
5.2 Pastoraatsgroepen en pastoraal coördinatoren
Elke geloofsgemeenschap kent een pastoraatsgroep(pg) of, indien er geen pastoraatsgroep is, een pastoraal coördinator(pc). Zij hebben ‘oog en oor’ voor parochianen en werkgroepen van de locatie. Ze zijn ogen en oren van het pastorale team en werken met de teamleden samen. De pg’s en pc’s kennen de geloofsgemeenschap. Ze kennen de kracht en de kwetsbare kanten van de geloofs-gemeenschap (vitaliteit). Ze zoeken ook kracht in samenwerking met andere gemeenschappen en denken mee over de toekomst. Daarmee vormen zij een belangrijke voedingsbron voor ons pastoraal beleid en ons pastoraat. Samen met hen willen we verkennen op welke wijze we de pastorale coördinatie in onze parochie zo vruchtbaar mogelijk kunnen organiseren.
5.3 Tijdelijkheid en evaluatie
Tijdens de uitvoering van dit beleidsplan zullen zich vast weer ontwikkelingen voordoen, die om een aanpassing vragen. De jaarlijkse evaluatie van de werkplannen (mei – juni) biedt ons de gelegenheid daarop in te spelen. Maar waar nodig kunnen ook tussentijdse aanpassingen noodzakelijk zijn.
Tubbergen, september 2014, Het pastoraal team.