GESCHIEDENIS VAN ONZE GELOOFSGEMEENSCHAP:

Onder leiding van de deken van Almelo H.A.P.C. van der Waarden, is in 1918 onze parochie opgericht.
Een  uitvoerige beschrijving van het ontstaan van onze parochie kunt u vinden in het boek
Mariaparochie 75 jaar 1918-1993“, uitgebracht ter gelegenheid van het 75 jarig bestaan van de parochie. ISBN: 90-6693-3058-6
De onderstaande informatie is hieruit afkomstig.

geschedenis1 Fig. 1: kapelaan Eshuis werd benoemd tot bouwpastoor.

Om het financieel rond te krijgen werden zelfs advertenties in de plaatselijke dagbladen geplaatst.
Op 20 augustus 1916 heeft de heer H.J. Lentferink de voorlopige schenkingsakte getekend.
De realisering van de plannen kwamen toen pas goed op gang.
Als architect werd Jan Stuyt ingeschakeld, een oud-leerling van P.J.H. Cuypers.
Op 25 september 1917 werd de vergunning door de gemeente Almelo verleend voor het bouwen van een gedeelte van de kerk.

geschiedenis2 Fig. 2: Bouwtekening eerste deel van de kerk.

In verband met de financiële haalbaarheid en met het materiaalgebrek dat er tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland bestond, werd uiteindelijk besloten het kerkgebouw te beperken tot priesterkoor, transept en een travee afgesloten door een noodgevel. Ook toen al zijn er vele vrijwilligers bezig geweest om het benodigde zand, met paard en wagen, van de Walboersweg naar de bouwplaats te brengen. De stenen zijn gebakken bij de steenfabriek Ter Beek in Albergen. De klei voor de stenen werd gehaald uit de kleiafgravingen achter Rientjes.

De eerste steenlegging vond plaats op woensdag 10 april 1918.

geschiedenis3 Fig. 3: Afbouw van de kerk in 1923

In de jaren 1920 en 1921 bleef het aantal parochianen zich gestaag uitbreiden. Naar aanleiding hiervan werden plannen gemaakt om de kerk af te bouwen. De plannen bestonden uit uitbreiding van de kerkruimte en het bouwen van een toren. Op 9 januari 1923 ontving het kerkbestuur de goedkeuring van het Bisdom. In oktober hierop volgend is de geheel voltooide kerk plechtig ingewijd door de
Aartsbisschop van Utrecht, Mgr. H. van de Wetering.