Samen wandelen in de hoop

Na mooie carnavalsdagen voor velen van ons, begint met Aswoensdag de voorbereidingstijd op Pasen.
Pasen is het feest van de hoop. Met de verrijzenis van Jezus vieren we dat de dood en het kwaad niet het laatste woord hebben,
maar dat de liefde van God overwint.
Om dat van harte te kunnen vieren, nemen we veertig dagen de tijd om ons hier op voor te bereiden.
De Israëlieten bleven onder leiding van Mozes veertig jaar in de woestijn, om vanuit de slavernij naar het beloofde land te trekken.
Zo worden wij uitgenodigd om in de veertigdagentijd een innerlijke reis te maken, om zo te ontdekken welke tekenen van hoop er in ons leven zijn. Het is een pelgrimstocht, een tocht om God te ontmoeten.
De paus geeft in zijn brief voor de veertigdagentijd, ons drie handreikingen.
Hij zegt dat we allemaal pelgrims zijn, allemaal reizigers, op zoek naar een goed leven voor ons en onze geliefden. We zien dat met name bij alle vluchtelingen. We kunnen ons afvragen hoe wij in het leven staan: zijn wij echt onderweg, of zijn we wat verlamd en statisch en blijven we in onze comfortzone zitten? Hoe kunnen wij ons dan weer laten uitdagen?
Verder roept hij ons op om gezamenlijk op te trekken. Christenen zijn geroepen om samen de weg te vinden, niet als eenlingen. In deze Vastentijd vraagt ​​God ons om na te gaan of we in ons leven, in onze gezinnen, op de plaatsen waar we werken, in de parochie, in staat zijn om met anderen te gaan, te luisteren, om de verleiding te overwinnen om onszelf op te sluiten in ons egocentrisme, alleen bezig met onze behoeften.

Tot slot leggen wij de weg af in de hoop op een belofte: Pasen. Kijken wij uit naar Gods hulp en liefde in ons leven, of kunnen wij onszelf wel redden? Beleven we de hoop die van God en kunnen we zo naar het leven kijken?

Drie vragen om te overwegen in de komende tijd.
Dat wij zo meer op het spoor mogen komen wat wij geloven en hopen.
Een hele vruchtbare veertigdagentijd gewenst!

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris