We bevinden ons in de donkerste tijd van het jaar en kijken uit naar licht. De voorbereidingstijd op Kerstmis sluit hier heel goed op aan. In het weekend van 2 en 3 december aanstaande begint de Advent. We kijken uit naar de komst van God, die in het Kerstkind in ons midden komt. De komst van zo’n belangrijke gast mag wel voorbereid worden! Het is enerzijds een periode van bezinning, we nemen tijd om na te denken hoe we in het leven staan. De kleur in de liturgie is paars. In de vieringen lezen we uit de profeet Jesaja. Zijn naam betekent: “God redt.” Hij maakt ons attent op onrecht en laat ons verwachtingsvol uitkijken naar Gods belofte om een Redder te sturen. Een andere belangrijke figuur die naar voren komt is Johannes de Doper, die zich in de lijn van Jesaja boos maakt om het onrecht dat mensen elkaar aandoen. Hij doet een dringend beroep om tot inkeer te komen. Gezien de oorlogen, gespannen verhoudingen, mensonwaardige situaties in de wereld is dit extra actueel. De Advent is ook een periode van hoop die naar voren komt in Maria die zwanger is. Waar hopen we op? Op vrede, een betere wereld, meer verbinding. En het Kerstkind wijst ons daartoe de weg. Hij is als een kwetsbaar kind in ons midden gekomen,  we kunnen Hem omringen met zorg en liefde. Hij schuilt in iedere mens die zorg en liefde nodig heeft. Daarom hebben we in deze periode extra aandacht voor de mensen, die onze steun kunnen gebruiken. Denk aan de Adventsactie, maar ook de Kerstactie van de gezamenlijke kerken. Maar laten we ook in eigen kring ruimte maken voor elkaar. Dat we samen mogen groeien naar het Licht en steeds meer ontdekken waar dat Licht te vinden is. In ons eigen hart en de liefde voor elkaar. Ik wens ons een hele goede Adventstijd toe.

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris

 

Bruggen

Ieder mens zit op zijn eiland
en zit vast in zijn bestaan.
Om een ander te bereiken
moet je van je eiland gaan.

Daarvoor moet je bruggen bouwen,
bruggen bouwen naar elkaar.
Maar de afstand tussen mensen
maakt het lastig en soms zwaar.

Mensen bouwen aan contacten
want alleen is zo alleen.
Wie een brug slaat naar een ander
zoekt wat warmte om zich heen.

Er valt veel te overbruggen
met een uitgestoken hand.
Bruggen kunnen levens redden
bruggen bouwen schept een band.

Bruggen bouwen tussen volken,
tussen “wij” en tussen “zij”,
Dat is bouwen aan vertrouwen.
Dat brengt vrede dichterbij.

Greet Brokerhof-van der Waa

Begin november maken wij in onze katholieke kerk tijd om te gedenken.

We vieren traditiegetrouw Allerheiligen en Allerzielen, vieringen die ons heel na aan het hart liggen. Met het feest van Allerheiligen staan we stil bij al die christenen die, naar het voorbeeld van Jezus, Gods liefde en licht op een bijzondere wijze naar voren hebben gebracht en voor altijd bij God zijn. Denk aan Maria, Theresia van Lisieux en Titus Brandsma, maar ook minder bekende mensen vallen hieronder.  Ze zijn een bron van inspiratie voor ons.

Met het feest van Allerzielen gedenken we onze geliefde overledenen die wij in ons hart met ons meedragen. In alle kerken in onze parochie en in het cultuurhoes in Albergen is er op deze dag een viering. We bidden voor onze dierbaren dat ze gelukkig mogen zijn en geborgen zijn in Gods liefde. Het mooie is dat we samen gedenken. Dat voelt anders dan alleen. We voelen ons samen in het gemis, we zoeken samen naar kracht en vinden samen houvast in onze geloof. Dan voelen we de kracht van de geloofsgemeenschap.

Niet alleen op Allerheiligen en Allerzielen gedenken we samen. Dat doen we in iedere viering waar we samen komen. We gedenken dat we kinderen van God zijn en broers en zussen van elkaar. We gedenken Hem die ons de weg wil wijzen en mogen Hem nabij weten in het Heilig Brood. We mogen onze zorgen neerleggen bij God en nieuwe kracht ontvangen.

In deze donkere tijd van het jaar en in deze zorgelijke wereld, is het goed om te weten dat we er niet alleen voor staan. Weet dat u welkom bent!

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris

 

Beste parochianen, bestaat de hel?

Daar zal geween zijnen tandengeknars, zo lazen we in het evangelie afgelopen zondag. Meestal gaan we aan deze woorden snel voorbij maar toch…

Daar zal geween zijn en tanden geknars, het staat voor groot verdriet en grote haat. Zo’n plek noemen we hel. Vele zullen zeggen, ‘de hel daar geloof ik niet in’! maar dan zeg ik u, ‘bent u dan blind, of leeft u onder een steen?’ De beelden die de afgelopen dagen de huiskamers binnen kwamen. Baby’s die worden vermoord, vrouwen die worden verkracht, mannen die worden onthoofd. Kinderen ontvoert, onschuldige  tot slachtoffers gemaakt, dat is hel!!! Daar is geween en tandengeknars en haat woekert verder en maakt vele slachtoffers en bij al die haat wordt er ook nog geroepen God is groot. Pure afgodenrij! Beelden van God, gemaakt om de grootste misdaden te vergoelijken. God voor je eigen idealen misbruiken en je daarmee je zelfs boven God zetten. Hoogmoed ten top. Verschrikkelijk! En denk nu niet dat ik met deze opmerkingen alleen naar moslims verwijs? Ook christenen hebben beelden van God gemaakt om eigen wandaden mee goed  te praten. Ook Christenen hebben beelden van God gemaakt waarin zelfs Jodenhaat en Jodenvervolging werden verdedigd. Vreselijk allemaal! Het is dan ook niet voor niets dat mensen wel eens zeggen. Godsdienst geeft alleen maar ellende en oorlog. Helaas, al het goede en het mooie waar geloof zeer zeker ook  voor staat en met zich meebrengt en vrucht draagt, wordt eenvoudigweg maar even vergeten. Alles waar een verschil te vinden is tussen mensen, de kleur van de huid, de haren, de ogen, de bouw van het lichaam, politieke overtuigingen, seksuele voorkeuren, over alle verschillen hoe klein ook kunnen twisten en pesterijen, oorlogen en terreur door ontstaan. Ja, zelfs een nuttig apparaatje als een theelepeltje, daar kun je de verschrikkelijkste dingen mee doen.

Binnenkort vieren we Allerheiligen. Met Allerheiligen vieren we dat Gods Geest nog steeds in mensen leeft en werkt. Dat Gods Geest vrucht draagt en zichtbaar wordt in ons doen en laten. Heiligen zijn mensen waarin de geest van Jezus herkent wordt. In feite is ieder mens in principe heilig. Zo zijn we wel door God bedoeld.

Tijdens een college Theologie op de universiteit, sprak een professor eens over de hel. De hel bestaat zei hij, daar is geween en tandengeknars. maar tenslotte zo geloof ik zei hij, zal de hel tenslotte toch leeg zijn. Omdat Gods liefde  tenslotte sterker zal zijn dan ons kwaad en onze dood. Tenslotte zal Gods verlossende kracht alles overwinnen. Dat Geloof ik vast.

Allerheiligen onderstreept dit geloof. God blijft geloven in mensen, in u en mij.  Zijn liefde voor ons is sterker dan ons kwaad en onze dood.  Hij laat ons niet los, nooit niet.

Pastoor Hans Hermens

De oktober maand wordt beschouwd als de tweede Mariamaand.
Aan ons wordt gevraagd om extra aandacht te geven aan Maria.

Met de bedevaart reis naar Lourdes van zondag 17 tot en met maandag 25 september liep onze parochie hier al op vooruit. Vier en veertig mensen vertrokken vanuit Tubbergen met de bus naar het bedevaartsplaatsje. Ze kwamen uit Tubbergen, Albergen, Almelo, Geesteren, Vasse, Reutum, Fleringen, Diepenheim, Rossum, Lattrop, Denekamp, Enschede. Een aantal mensen kenden elkaar, maar ook velen kenden elkaar niet. Ze hadden eén ding gemeen: ze wilde allemaal graag naar Lourdes. Het plaatsje waar Maria aan Bernadette was verschenen en waar Bernadette de opdracht kreeg om aan de priesters te zeggen dat er een kapel gebouwd moest worden en dat mensen in processie daarna toe mochten komen.

Dat is nu 165 jaar geleden en sindsdien komen daar mensen uit alle landen naar Lourdes toe. Om daar samen het leven te delen, het geloof te beleven, bemoedigd te worden.
Zo ging de groep op weg, vol verwachting wat Lourdes zou brengen. Het werd een prachtreis, vooral door wat er onderling gebeurde. Want alle pelgrims stonden open voor elkaar en waren bereid elkaar te helpen. Iedereen mocht er zijn zoals hij of zij was, er was respect voor elkaar, of je nu ziek of gezond was, of je nu een beperking of geen beperking had, oud of jong, of je makkelijk contact maakte of een beetje stil en teruggetrokken was, het maakte niet uit. Samen trokken we een week op met elkaar en genoten we wat Lourdes ons bood. De viering bij de grot , de vieringen in de mooie kerken en kapellen, de licht- en sacramentsprocessie, de tocht door de Pyreneeën. Maar ook het gezellig samen eten en iets drinken op een terrasje. De groep werd steeds meer een eenheid, steeds meer mensen kwamen met elkaar in gesprek. Iedereen had wel een rugzakje met zich mee te dragen ,maar in Lourdes konden de zorgen en de last neergelegd worden bij Maria en bij elkaar. Met een hart vol mooie ervaringen en herinneringen kwamen we na acht dagen terug in Tubbergen.

Maria is niet alleen in Lourdes. Ook hier. Dat wij haar toegewijd zijn, door middel van een gebed, het opsteken van een kaars, het bezoek aan een viering. Maar ook door de weg te gaan die Maria en haar Zoon zijn gegaan. De weg van de verbondenheid, vriendschap, compassie. De weg van geloof, hoop en liefde. Avé Maria!

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik wens je wat licht
in momenten van zorgen
ik wens je wat hoop
en wat uitzicht op morgen.
Ik wens je wat warmte
in kil-grijze dagen;
ik wens je een antwoord
bij twijfels en vragen.

Ik wens je wat zachtheid
als woorden te hard zijn,
wat vreugde en vrede
als gedachten te zwart zijn.
Ik wens je wat rust
te midden van je werk;
ik wens je wat stilte,
het make je sterk.

Ik wens je een hand
die je verder geleidt,
een stralende glimlach
die je vrienden verblijdt.
Ik wens je een plaats
om bij regen te schuilen;
ik wens je een mens
die niet schrikt van je huilen.

Ik wens je een bloem
om je dagen op te fleuren
en een vriendelijk gebaar
om weer bij te kleuren.
Ik wens je Gods zegen
over de komende jaren,
dat Hij je steeds in zijn liefde
mag blijven bewaren.

Frans Weerts

Na een periode van rust en vakantie, is het nieuwe werkjaar weer begonnen. Kinderen en jongeren gaan weer naar school.  Ouders weer aan het werk. Bedrijven en organisaties pakken de draad weer op.  Ook in de parochie gaan de activiteiten weer van start. Op zondag 3 september is het nieuwe werkjaar ingeluid met Pancratiusdag bij de Kroezeboom in Fleringen. Uit alle geloofsgemeenschappen kwamen mensen naar  de eucharistieviering die in het teken stond van: “Waar gaan we voor?”. De pastoor gaf in zijn overweging aan dat het leven niet altijd makkelijk is en dat we als mensen de neiging hebben om moeilijkheden en verdrietige kanten van het leven te omzeilen. Als wij daaraan toegeven hebben we geen oog en oor voor onze naasten die getroffen zijn door tegenslagen. Dan laten we hen in de kou staan. Pas als wij ook zelf het lijden in ons leven toelaten, voelt de ander zich begrepen en gedragen. Als wij die weg gaan, de weg van Jezus, dan zullen wij altijd het leven blijven vinden. Hij gaf aan dat wij zo ook geloofsgemeenschap en parochie mogen zijn: gastvrij, verbindend, bezielend, inspirerend. In dat teken stonden ook de voorbeden die gelezen werden door lectoren uit de negen geloofsgemeenschappen van onze parochie. Ook de liederen die verzorgd werden door een projectkoor dat speciaal was samengesteld voor deze dag, sloten heel mooi aan.

Er waren dit jaar voor het eerst ook kinderen, jeugd en jongeren aanwezig op Pancratiusdag. Voor hen werden twee speurtochten georganiseerd tijdens de viering. Op het einde van de viering kwamen ze samen bij de Kroezeboom en doneerde kinderkerk het collectegeld van het afgelopen pastorale jaar aan Leo Stamsnieder, vertegenwoordiger van Stichting Aangepast Sporten Tubbergen.

Na afloop van de viering en de speurtochten was er volop ruimte voor ontmoeting onder het genot van koffie/thee en ranja met cake en voor de kinderen een ijsje.

Dat deze dag ons allen moed en vertrouwen mag geven voor het komende pastorale werkjaar. Verbonden met elkaar, de uitdagingen oppakken die op onze weg liggen en samen bouwen aan de kerk van morgen.

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris

 

 

 

Pastorpraat Vakantie

Een paar weken geleden was ik even Zwolle, het was mooi weer, en ik liep langs een terrasje. Mijn oog viel op een tafeltje waar vier jongelui aan zaten, allen met een apparaatje in de hand, druk bezig, te appen of een spelletje te spelen, maar  en dat viel me op, er werd geen woord tegen elkaar gezegd. Zo gevangen door dat telefoontje. Het gaf mij een wat leeg gevoel.

In de samenleving waarin we leven zijn we wel vaker gevangen, gevangen door de commercie, door het als maar meer en meer, onze hebzucht. Gevangen door bepaalde politieke overtuigingen, gevangen door wat de media ons voorhoudt,  en vooral ook hoe druk we het ons zelf kunnen maken met wat we allemaal nog moeten doen. En dit alles, het gebeurt vaak zonder zelf echt bij na te denken.  We laten het gebeuren.

Tijdens een vakantie ontmoette ik Piet, hij was eind 50. Hij vertelde me, dat hij een jaar of acht geleden een hartinfarct had gehad. ‘Ik was bijna dood ‘, zei hij. ‘Gelukkig gaat het nu weer goed met mij, maar dit infarct heeft mij ontzettend doen veranderen. Ik heb weer zin in mijn leven kunnen vinden. Ik was voor m’n infarct een hardwerkende man. Ik maakte werkdagen van 15 a 16 uur. En ik bracht veel geld naar huis, want ik wilde dat mijn vrouw en kinderen het goed hebben. We genoten er ook van, maar in de loop der jaren sloeg de verveling toe en ik was ook ontzettend moe. De vrije dagen bracht ik hangend op de bank door. Door de week had ik nauwelijks tijd, altijd druk aan het werk, geen tijd voor mijn vrouw en kinderen. Ik zag wel dat de kinderen steeds minder naar mij toe trokken en ik merkte dat de gesprekken met mijn vrouw steeds vaker stil vielen. We hadden elkaar gewoon niks meer te zeggen. Mijn vrouw zei op een gegeven moment wat Kom je hier eigenlijk nog doen? De kinderen kennen je nauwelijks en jij kent de kinderen nauwelijks. Er is altijd ruzie wanneer jij er bent. En ook wij lijken elkaar niks meer te zeggen te hebben. Ik begreep er niks van want ik dacht, Ik zorg toch goed voor ze; We kunnen 2 keer per jaar op vakantie, we hebben een zeilboot, een mooie bungalow. Wat willen ze nog meer. Ja nu besef ik het pas goed , het was tenslotte allemaal gebakken lucht’.

‘Tijdens die periode in het ziekenhuis merkte ik pas hoe belangrijk mijn vrouw en kinderen voor me waren. Toen pas kon ik me werkelijk vrijmaken voor hen die me zo dierbaar waren en begreep ik, hoe leeg ik mijn leven had gemaakt , door al het werk en al die zorgen.  Het dure huis heb ik moeten verkopen, we gaan nauwelijks nog op vakantie maar we hebben elkaar en daar geniet ik nu elke dag intens van. Dat maakt mijn leven rijk.’

Vorig jaar was ik een paar dagen in het klooster van Egmond. En wanneer je daar de kloosterpoort doorloopt, zie je met grote letters staan. Deo Vacare. Dat wil zeggen je vrijmaken voor God. Vacare, daar komt ons woordje vakantie vandaan. En zo is de wezenlijke betekenis van vakantie dan ook. Je vrijmaken voor…..

Je vrijmaken voor de naasten om je heen, je vrijmaken voor je zelf, je vrijmaken voor Gods geweldige schepping.  En juist dat vrijmaken, maakt je rijk. Het is leven met de geest van een kind ontvankelijk het leven bezien. Deze gedachte past heel mooi bij de woorden van Jezus; Komt allen tot Mij, die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken.

Door het geloof in Christus hebben wij allemaal de Geest van het kindschap ontvangen. We zijn dus geboren om te leven als Gods kinderen, dat betekent dan ook dat we aan Gods hand mogen wandelen.

Aan Gods hand lopen, dat is tenslotte alle zorgen en verwachting in Zijn hand leggen en zelf geen zorgen meer maken. Daarop berust de vrijheid en blijheid van het kind Gods. Daarin mogen wij onze rust en verlichting vinden. Is dit ook niet het ware vakantiegevoel.

Iedereen een goede vakantieperiode toegewenst!

Pastoor Hans Hermens

 

Beste mensen,

Op het moment dat ik dit schrijf, zijn de leerlingen van de groepen acht van de basisschool bezig met de laatste loodjes, alvorens ze afscheid nemen van de school waarop ze zoveel jaren hebben les gehad. De plaats waar ze zich ontwikkeld hebben van kleuter tot tiener en veel met elkaar hebben beleefd en meegemaakt. Na de zomervakantie gaan ze naar een andere school, waar ze meer zelfstandig moeten zijn en meer op eigen benen moeten gaan staan.

De middelbare scholieren die geslaagd zijn voor hun  eindexamen hebben eveneens een hele ontwikkeling meegemaakt en zetten ook een nieuwe stap naar werk of een beroepsopleiding en groeien zo toe naar hun plek in de samenleving. In deze tijd zullen er ook mensen zijn die hun werkende leven afsluiten en toe gaan naar hun pensioen.

Ons leven bestaat uit verschillende fasen. In iedere fase ontwikkelen we ons en groeien we. We komen steeds dichter bij de persoon die we in wezen zijn. Hopelijk leren we steeds meer onze gaven te benutten om de wereld mee op te bouwen.

We zouden de ontwikkeling van onszelf kunnen vergelijken met die van een vlinder.  Het eerste stadium van het dier is het ei, daaruit komt de rups, die zich verpopt. Uit de pop of cocon komt de vlinder tevoorschijn. Het voorbeeld van de vlinder wordt door diverse christelijke schrijvers vergeleken met een ontwikkeling bij een gelovige, vanwege de volgende feiten:

De vlinder kent vernieuwing, een metamorfose vanuit de rups, blijft niet leven als een rups, vliegt de hemel tegemoet, zijn nieuwe wereld ontdekkend, mag in verwondering onbezorgd zweven, mag stuifmeel naar andere bloemen brengen, mag drinken van de energierijke nectar.

Gelovigen worden ook uitgenodigd om steeds de vertrouwde eigen wereld te verlaten en stappen te zetten naar vernieuwing en naar medemensen toe. Hen is de aarde geschonken waar ze van mogen genieten. Hen zijn gaven geschonken om anderen mee te troosten en te verrijken. Maar ze mogen zichzelf steeds weer voeden met de liefde van God die hen in stilte, de natuur en door medemensen wordt geschonken. Om vervolgens op het einde van het leven weer een nieuw leven tegemoet te gaan, waar alle zwaartekracht wordt afgelegd en ze mogen zweven in het oneindige licht.

Ik wens ons een hele mooie ontwikkeling en veel groeikracht toe!

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris

Pinksteren: Feest van Gods “Spirit”

 In het weekend van 27 en 28 mei vieren we Pinksteren, een feest met een hele mooie betekenis en een bemoedigende boodschap voor deze tijd. We leven in een wereld waarin we zoeken naar zin en samenhang en nieuwe wegen. Ook in de kerk. Maar hoe doen we dat? En hebben we daar de moed voor? In het Pinksterverhaal gaat het ook over mensen, die zoekende zijn. Na de dood van Jezus bleven zijn vrienden ontredderd achter. Hoe moesten zij verder zonder zijn inspiratie? Met Hem waren ze in staat geweest Gods wereld gestalte te geven.  Moesten zij nou zelf doen? En hoe moesten ze dat doen? De meesten van hen waren toch maar gewone vissers? Toch blijven zij elkaar opzoeken. Ze komen samen om te bidden en te praten. En dan daalt de heilige Geest als een vuurvlam neer op ieder van hen, en plotseling kennen ze geen onzekerheid, geen angst, geen twijfel. Ze stormen naar buiten en we horen dat ze te beginnen te spreken in vreemde talen, naargelang de Geest hun te vertolken geeft. We moeten ons daar geen bijzonder wonder bij voorstellen, maar dat ze in hun doen en laten de taal spraken die iedereen verstond, de taal van de medemenselijkheid, liefde, vrede en vreugde. Het is dezelfde Geest van God, die in het scheppingsverhaal als adem van God over de aarde wordt geblazen, zodat de aarde geen chaos blijft, maar een wereld om te leven en samen te leven. Het is de levensadem van God die in mensen wordt geblazen om hen te bezielen.

Niet alleen vroeger en toen, maar ook nu, kan Gods Geest ons kracht en moed geven om in beweging te komen en op te staan. Om te doen wat gedaan moet worden, om te kiezen voor wat wij belangrijk vinden, om het oude achter te laten en nieuwe wegen te gaan. Dat wij net als de leerlingen, elkaar blijven opzoeken en blijven bidden, en zorgen voor elkaar. Dat zo Gods verhaal met ons door mag gaan en wij de samenleving en de parochie opbouwen en uitbouwen.

Moge het ook voor ons weer Pinksteren worden,
zodat we inspiratie vinden in Gods ‘spirit’.

Zalig Pinksteren!

Pastoraal werker Christianne Saris