Advent, op weg naar Kerstmis!

Advent, een tijd van verwachting, bezinning en bekering. We worden in de weken van de advent opgeroepen om waakzaam te zijn. Over enkele weken vieren we dat God mens geworden is, dat Hij ons zeer nabij is gekomen in die ene Mens Jezus Christus. Hem toelaten in het diepst van ons bestaan, vraagt ook om, waakzaamheid, om bezinning en bekering. Advent, we worden nu geroepen om daadwerkelijk mens te worden. Dat wil zeggen om door alle sleur en vanzelfsprekendheid heen, met een  ander perspectief naar de werkelijkheid van alle dag te zien, niet wachten en afwachten, maar waakzaam te zijn in het leven van alle dag. Dat vraagt van ons om een ander gezichtsveld.

Ik vind het plezierig om af en toe eens een wat uitgebreidere wandeling te maken en zo zag ik eens, wanneer een vlucht vogels ergens rustig op een vlakte zit, ze allemaal dezelfde kant uitkijken, en wel zo dat ze de wind van voren hebben.

Heel vreemd misschien maar op zo’n moment kwam bij mij een liedje naar boven van een bekend kinderprogramma waar ik als klein kind vlak voor het slapen gaan naar keek. De zin uit dat liedje was: “Dieren lijken precies op mensen, met de zelfde mensen wensen, met de zelfde mensen streken, het komt allemaal in de krant, in de Fabeltjeskrant”.

Stel je nu eens voor dacht ik tijdens zo’n wandeling, dat één vogel eens andersom ging zitten zodat zijn veren rechtop stonden in de wind. Dan zouden de andere vogels waarschijnlijk zeggen, zoals mensen ook kunnen doen: “Moet jij je nu zo aanstellen en anders doen dan de anderen?” “Ik doe toch niemand kwaad?” zal dan de vogel die met zijn snavel van de wind af zit, antwoorden. “Jawel”, zullen de andere vogels zeggen, “wij kijken allemaal dezelfde kant uit en jij zit andersom. Dat schaadt de eensgezindheid en dus de gemeenschap. Jij bent een rare vogel.” Maar de rare vogel blijft de andere kant op kijken. Dan sluipen er een paar katten tegen de wind in door de struiken. Die wisten natuurlijk dat vogels altijd met hun snavel naar de wind toe zitten. Op het moment dat de katten hun spieren spannen om een paar vogels te verschalken, schreeuwt de rare vogel: “Pas op! Wegwezen!” En alle vogels vliegen op en zijn weg.

Één vogel durfde de andere kant op te kijken en daardoor zag hij wat andere vogels niet zagen, ook al werd hij door de groep dan gezien als een rare vogel. Zo zijn er ook mensen die de werkelijkheid in een ander perspectief durven te zien en daardoor dingen zien die de grote groep mensen niet zien.

Zo heb je dus ook van die rare vogels onder mensen. De Bijbel laat vele voorbeelden zien van mensen, die in hun tijd als rare vogels werden betiteld.

De eerste zondag van de advent opent met het evangelie, dit jaar volgens Matteüs, waarin Jezus spreekt over het einde der tijden. En Hij wijst ons op de vergankelijkheid van ons bestaan, maar ook dat er zoveel verkeerd loopt in de wereld van toen, van nu. Oorlogen, hongersnood, allerlei ziektes, natuurrampen… Matteüs wilde zijn tijdgenoten waker schudden en hun de aandacht vestigen op waar het in ons leven uiteindelijk op aankomt. En ook nu 2000 jaar later, is het goed dat we wakker worden geschud. Durf je leven te leven. Breek de muren om je eigen bestaan af en durf te leven als mens zoals je bedoeld bent, wacht niet af. Laat je raken, laat je diep raken door de naasten om je heen, dan klinkt misschien het besef door dat God niet veraf is maar je nabij komt omdat Hij mens geworden is. God komt niet van boven uit de hemel naar beneden, Hij komt in de eerste plaats tot ons in de mensen die wij ontmoeten.

Een vrouw had op haar verlanglijstje voor sinterklaas geschreven dat ze zo’n heimwee had naar de tijd van weleer. De tijd van toen zij nog kind was. Ze herinnerde zich de warme en mooie sinterklaasavonden. Nu was ze alleen in een grote stad. Ze wenste dat ze het kinderlijke gevoel van haar kinderjaren weer terug mocht vinden. De avond voor Sinterklaas liep ze langs de grachten. Diep in haar binnenste leek ze de stem van Sinterklaas te horen. Het kinderlijke gevoel van weleer vind je nooit meer terug. Blijf niet op je kamer, steek niet daar een kaars aan, en schrijf daar geen droefgeestige gedichten over de tijd van toen. Dat maakt het allemaal nog erger. En het is ook makkelijk. Maar doe als ik ga naar de mensen en doe goed. Dat maakt je gelukkig en doet je leven.

Ontmoet de ander en laat je zien, om zo een mens onder de mensen te zijn, een teken zelfs van Gods uitdelende liefde.

Is dit niet de oprechte waakzaamheid van de advent, een waakzaamheid waar Jezus ons toe oproept waarin je je gezichtsveld durft te veranderen.

En zo door alle sleur en vanzelfsprekendheid heen, met een ander perspectief naar de werkelijkheid van alle dag te zien, waarin Gods werkelijkheid kan aanraken. Misschien komt dan het besef dat God dichterbij is dan we überhaupt hadden kunnen vermoeden. In een ontmoeting van mens tot mens, in de geboorte van een Kind.

Maak zo onze verwachting naar U levend in het leven van alle dag. Heer, help ons en kom ons ongeloof te gemoed, dan wordt het snel Kerstmis.

Voor u allen en uw dierbaren een goede adventstijd en vervolgens Zalig Kerstmis.

Namens het pastoraal team en parochiebestuur

Pastoor Hans Hermens



 

De legende van Sint-Maarten: delen van warmte

Op 11 november gedenken we Sint-Maarten. Een heilige die ons in contact kan brengen met de gaven die God ons heeft gegeven. Wij willen graag de legende van hem met u delen:
Maarten was de zoon van een zeer rijk koopman, hij was officier in het Romeinse leger.
Op een koude mistige dag reed hij met een groep soldaten in draf naar de stad Amiens.
Het was de bedoeling, voor het donker binnen de stadsmuren te zijn.
Toen ze bij de grote stadspoort aankwamen, trad er plotseling een gedaante uit het schemerdonker naar voren.
Het was een bedelaar die, slechts in lompen gehuld en bibberend van de kou, vroeg om een aalmoes.
Maarten, de jonge officier van de groep, hield zijn paard in en hoewel hij op dat moment geen stuiver op zak had, was hij zo ontdaan over de armoede van de man, dat hij afsteeg en dacht: wat kan ik voor deze man doen?
Ineens trok hij zijn zwaard, sneed zijn rode mantel in twee stukken en gaf een stuk aan de bedelaar, hoewel zijn kameraden hem erom uitlachten.
’s Nachts kreeg hij een droom, waarin Christus verscheen, gekleed in de helft van zijn mantel, terwijl hij tot de engelen die bij hem waren zei: “Zie dit is Maarten, die mij gekleed heeft.”
Die droom maakte diepe indruk op Maarten en hij voelde zich geroepen vanaf dat ogenblik Christus te dienen.
Hij liet zich dopen en trad zo gauw als bij, maar kon uit de dienst van de keizer. Zo werkte hij met goedheid, liefde en opoffering onder de mensen en velen volgden zijn voorbeeld.
Dank aan allen die net zoals Sint-Maarten goed zijn voor hun naasten en zo Gods liefde doorgeven!



 

Verbondenheid op Allerzielen

Op 2 november, Allerzielen,  komen we in onze kerken samen om de mensen te gedenken die ons zijn ontvallen. Vaak zijn het mensen die we dankbaar zijn om wie ze waren. De bloemen die wij voor hen naar het kerkhof brengen, vormen een prachtige tuin waarmee we hun leven eren.

Naast dankbaarheid, is er ook een gevoel van bedroefdheid dat ze er niet meer zijn. In de vieringen komen we samen tot stilte en inkeer met alle mensen die wereldwijd treuren om hun dierbaren die ze moeten missen. We weten ons in dat opzicht met elkaar verenigd.

Vandaag mogen we ook de ontelbaren niet vergeten die omgekomen zijn in zinloze oorlogen. Ieder die deze dagen een bezoek brengt aan een of ander oorlogskerkhof staat kan onder de indruk komen van de velden vol witte kruisjes.

Wat kunnen we zeggen? Zeggen die kruisjes iets? Vallen we in Gods hand? Wat gebeurt er met onze geliefden en de slachtoffers van de oorlogen?

We mogen troost vinden in ons geloof. Zo lang mensen leven, is er naast vreugde ook nood en ellende, en dat drukt als een last op de schouders. Ook Jezus heeft dit aan den lijve ondervonden. Toch liet hij zich er niet door meeslepen, hij had vertrouwen en hield daar aan tot aan het laatst aan vast. Dat vertrouwen klinkt door in zijn afscheidswoorden aan zijn vrienden.  “In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen” Er is dus een plaats voor ons, een ruimte waar we ontvangen worden, waar liefde en vriendschap is, waar we thuis zullen komen. Dat is een troostrijke gedachte. We mogen onze dierbaren laten gaan, in het vertrouwen dat hen nieuw leven tegemoet komt. God, die ons in dit leven al kracht kan geven als we een kruis hebben te dragen, Hij zal er ook straks zijn. Wij mogen geloven in nabijheid en betrokkenheid van boven. Bij vreugde en verdriet, in het  leven en in de dood.

Allerzielen nodigt ons uit om met twee ogen te kijken: met het ene oog naar het verleden, naar de geliefden die we missen, en met het andere oog naar de toekomst, naar het nieuwe leven. Er blijft verdriet. Er blijven lege stoelen, stiltes die niet opgevuld kunnen worden. Maar we mogen geloven in nieuw leven en nieuwe toekomst voor hen en voor ons. Dat dit geloof ons mag sterken en dragen.

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris

 



 

In het kader van de Mariamaand willen we onderstaand gebed met u delen:

 

Weesgegroet Maria,
moeder van God,
moeder van de kerk en van alle mensen,
wil in deze tijd
voor ons een gids en voorbeeld zijn.
Bevestig ons in het geloof
dat God ook vandaag
naar mensen omziet
en ze blij en groot maakt.
Bid met ons mee
om de gave van Gods Geest
in goede en kwade dagen.
Zeg ons elke dag opnieuw :
“Doe maar wat Hij u zeggen zal”.
Dan zullen wij naar Jezus’ woord en leven
God beminnen,
de naaste liefhebben
en dienstbaar zijn aan kerk en wereld,

Amen.

Het pastoraal team



 

Naar aanleiding van de vieringen rond Oogstdankdag
willen we graag onderstaand gebed met u delen:

Goede God,
het past ons U te danken.
Wij danken U voor het grote en het kleine.
Wij danken U als we in de afgelopen tijd
de grote wonderen van dit leven mee mochten maken.
Van liefde.
Van nieuw leven.
Wij danken U voor de kleine dingen die goed waren.
Dat ene goede gesprek.
Dat ene lieve kaartje.

Het past ons U te danken.

Wij danken U voor het vanzelfsprekende en het bijzondere.
Wij danken U voor het dagelijks brood.
Voor de huizen om in te wonen,
de auto’s om in te reizen.
Wij danken U ook voor uw bijzondere nabijheid.
Dat U antwoordde toen we naar U zochten.

Voor al het goede danken we U .

Maar er is veel in ons leven
waardoor onze dankbaarheid kan verstommen.
We weten van ziekte.
We weten van verlies.
We weten van diep verdriet en diepe nood.

Laat onze dank nooit haar stem verliezen.

Houd door uw Geest het loflied en het dankgebed in ons levend.
Want het past ons om U te danken,
zelfs in onze nood.
Waar we door diepe dalen gingen,
U was met ons.
Waar we dansend over de toppen van het leven gingen,
U danste mee.

Daarom danken we U, in Jezus’ naam.

( uit: “Help ons U te vinden”)

Het pastoraal team