Wat zie je allemaal met Kerstmis?

Kerstmis is gezellig bij elkaar zijn, lekker eten, mooie cadeaus, een versierd huis. Dat is mooi want we vieren immers feest en met die dagen worden er ook wel spelletjes gespeeld, zo leek het mij wel eens leuk om ook hier eens  met een spelletje te beginnen, zo’n eenvoudig spelletje. U zult het vast en zeker ook wel eens met uw kinderen of kleinkinderen hebben gespeeld. Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet en het is…

Maar wat, als je dit spel nu eens speelt met wat meer diepgang. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en ik zie nu naar wat Kerstmis mooi en kostbaar maakt: misschien wel dat mooie gesprek aan de kersttafel, de mooie viering in de kerk, even dat stille moment bij de kerststal thuis? Vallen ze op of ga je er zo aan voorbij? Want je hoofd kan helemaal vol zitten met van alles, dat er daardoor geen ruimte meer is voor wat anders. Zo druk kan een mens zijn, vol van zich zelf, druk met wat er allemaal gedaan moet worden of vol van zorg. Zodat wat er om je heen gebeurt je eigenlijk niet opvalt.

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is…

Een paar weken geleden vroeg iemand aan mij: “Hoe kun je nu in deze tijd Kerstmis vieren? Met al die oorlogen in de Oekraïne, het verschrikkelijke geweld nu in de Palestijnse gebieden. De vele vluchtelingen in onze wereld aan wie voor velen geen plek wordt gegund om hun eigen bestaan op te bouwen.” Inderdaad, de hardheid in onze wereld, zo zichtbaar aanwezig, ook bij ons, in de botheid, de grofheid, in het ‘ikke, ikke’. Is er nog ruimte voor wat zachtheid, voor de teerheid en de kwetsbaarheid van de liefde in het leven van alle dag? Want juist die liefde bepaalt toch onze waarden en normen. Het absurde van de hardheid in onze samenleving, heel  krachtig verwoord in een moeder van een jong kind.

Liesje van 5 is een spontane, blije, lieve kleuter, met een zacht en zorgzaam karakter. Haar moeder had haar naar school gebracht tot vlakbij het hek van de speelplaats. Moeder vertrok en Liesje wilde de speelplaats oplopen maar werd tegen gehouden door twee grote jongens van een jaar of 14 die verveeld daar stonden. Liesje mocht er niet door. De bel ging en iedereen ging naar binnen behalve Liesje, want voor de poort van school hielden deze twee jongens haar tegen. Na tien minuten lieten ze haar tenslotte gaan. Te laat en huilend kwam ze de klas in  en ze vertelde tegen de juf wat er gebeurd was. De volgende dag werd de moeder van Liesje op school uitgenodigd. En de juf gaf de moeder van Liesje te verstaan dat zij toch wat beter voor haarzelf moest opkomen en dat het goed was om een weerbaarheidscursus te volgen zodat Liesje wat harder werd en daardoor in het vervolg meer van haar af kon bijten. De moeder van Liesje werd ontzettend boos: “Wat is dit nou?!”, zei ze, “niet Liesje, maar die twee Jongens zouden een cursus moeten volgen om zachter te worden!”

Door de ellende van al wat er gebeurt, is er nog meer dan dat.

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is…

Met Kerst vieren we ‘God is mens geworden’, heel dichtbij is Hij gekomen, juist in het tere, het kwetsbare. God zelf speelt dit spel van Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, met ons mee met Kerstmis. Hij is gekomen als een klein en hulpeloos kind.  Juist in het tere, het kwetsbare komt Hij ons nabij om zo ons hart te raken.

Velen van u zullen wel eens een pasgeboren kind in handen hebben gehad. Zo’n teer kwetsbaar hulpeloos kind. Zo’n Kind is niet bedreigend, heeft geen pretenties. Je kunt er alleen maar je hart voor openen. En wie raakt er niet door vertederd, wie laat zich niet raken door zo’n kind. Zo’n kind wil je liefhebben, wil je koesteren en in je hart sluiten

Zo komt God ons met Kerstmis tegemoet, in een kwetsbaar en hulpeloos kind, Zo heeft God ten volle een gezicht gekregen en is Hij mens geworden, omdat Hij geliefd wil worden in de harten van de mensen, in onze harten.

Wie werkelijk liefheeft, verliest elke menselijke vrees die zou doen zeggen dat ik mijn gezicht moet redden. Liefde is niet bang om te doen wat in de ogen van anderen dwaas lijkt. In die liefde komt God in Jezus, zijn Zoon, ons menselijk dicht nabij. Daarin ligt het mysterie van ons christelijk geloof. En daardoor mogen we blijven kijken met de ogen van de hoop, door al het nare heen.

Zalig Kerstmis en Gods zegen voor u en al uw dierbaren voor het nieuwe jaar.

Pastoor Hans Hermens,
mede namens het pastoraal team en het parochiebestuur



 

Advent: de kracht van geloof en hoop  

Zondag 1 december start de Advent, de voorbereidingstijd op Kerstmis.

Terwijl de dagen steeds korter en donkerder worden, kijken we uit naar het feest van het Licht, waarbij we de geboorte van Jezus gedenken.  Iedere week steken we een kaarsje meer aan op de Adventskrans.

Niet alleen de dagen zijn donker, maar ook op veel plaatsen in de wereld is er ook duisternis. Mensen menen te kunnen heersen over het leven van anderen met alle gevolgen van dien. Er wordt zoveel onrecht aan gedaan. We kunnen dan makkelijk de moed verliezen door gedachten als “Er gebeurt toch niets nieuws”. “er zal niets veranderen”, “we komen er nooit uit”.

Advent komt ons tegemoet. Het bereidt ons voor op het feest dat ons perspectief geeft, namelijk dat het goede het zal winnen van het kwade en het licht van de duisternis. Jezus zelf heeft het ons voorgeleefd. Hij heerst niet, maar dient.  Bij hem zijn de eersten de laatsten en de laatsten de eersten. Hij draait verhoudingen die in deze wereld aan de orde zijn, totaal om. Hij heeft slechts één gebod: houd van God en van de naasten als jezelf. Zijn liefde heeft een kracht die over alle grenzen gaat en eeuwigheidswaarde heeft.

Als wij durven te geloven dat het goede overwint, dan hebben we weer hoop.  Hoop die ons sterker doet staan, en die angst en onzekerheid overwint. Hoop die grond onder de voeten geeft en kracht geeft om zelf goed te zijn. Want de kracht, door God in Jezus aan het licht gebracht, werkt ook in ons!

Dat onze hoop, ons geloof en onze liefde versterkt mag worden in de komende periode.

Een goede Adventstijd gewenst!

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris



 

Mensen gevraagd

Mensen gevraagd om de vrede te leren
waar geweld door de eeuwen model heeft gestaan
Mensen gevraagd die de wegen markeren
waarop alles wat leven heeft verder kan gaan

Mensen gevraagd om de noodklok te luiden
en om tegen de waanzin de straat op te gaan
Mensen gevraagd om de tekens te duiden
die alleen nog moedwillig zijn mis te verstaan

Mensen gevraagd om hun nek uit te steken
voor een andere tijd en een nieuwe moraal
Mensen om ijzer met handen te breken
ook al lijkt het ondoenlijk en paradoxaal

Mensen gevraagd om hun stem te verheffen
verontrust door een wapen dat niemand ontziet
Mensen die helder de waarheid beseffen
dat wie mikt op de ander zichzelf ook beschiet.

Mensen gevraagd die in naam van de vrede
voor behoud van de aarde en al wat daar leeft
Wapens het liefst tot een ploeg willen smeden
voor de oogst die aan allen weer overvloed geeft.

Mensen gevraagd
Er worden mensen gevraagd
Dringend mensen gevraagd
Mensen temidden van mensen gevraagd.

Coert Poort



 

Pastorpraat

Geloven is een privézaak. Het hoort thuis binnen de muren van je eigen huis. Het is iets waar je een ander niet mee lastig valt. Geloven is privé. Deze mening hoor je de laatste decennia steeds vaker terugkomen in de politiek, op tv en in de kranten. Dit denken past ook bij een individualistische samenleving.

Niemand tot last zijn, zorgen voor je eigen ontplooiing en ontwikkeling. Ieder voor zich, God voor ons allen. In een samenleving waar vele mensen leven met verschillende geloven en overtuigingen lijkt dit ook een veilig standpunt. Geen discussies, geen problemen. Zo laten we eenieder in zijn of haar waarde en zo zijn we tolerant, verdraagzaam en respectvol.

Geloof U het? Tolerantie, verdraagzaamheid en respect dulden geen onverschilligheid. Hoe kan ik mijn islamitisch buren respecteren wanneer ik geen weet heb van wat ze denken, voelen en meemaken in het leven van alledag? Hoe kan ik respectvol omgaan met mijn anders geaarde collega, wanneer ik hem niet accepteer in zijn diepste wezen, in zijn anders zijn?

Mensen zijn geen beren die geïsoleerd kunnen leven. We zijn relationele wezens. We zijn gericht op een ander. Als kind op de eerste plaats op onze ouders, later onze vrienden en vriendinnen, onderwijzers, dokters, partners, collega’s.

We leven pas wanneer we ons leven kunnen delen en zeer zeker wanneer het gaat om zaken die ons ten diepste raken.

Als pastor krijg ik nogal eens de vraag: ‘Als je probeert te leven als een goed mens dan is het toch goed, dan hoef je toch niet meteen gelovig te zijn?’ En daarop antwoord ik meestal;  ‘Natuurlijk ook zij die zeggen niet te geloven kunnen goede en waardevolle mensen zijn en zij die zeggen wel te geloven, daar kan ik me ook wel eens van voorstellen dat je er een straatje voor omloopt.’ Maar na deze bevestiging vraag ik meestal daarna: ‘Wat maakt een goed mens dan voor jou goed?’ En soms komt dan het antwoord; ‘Ja, dat maak ik natuurlijk zelf wel uit.’ Ja, dan begin ik toch wel mijn wenkbrauwen te fronzen. Waar is die goedheid, die liefde op geënt? Ik maak dat zelf wel uit, heeft geen basis. Er is geen verbondenheid, niet met God, niet met je naasten.

‘Pastor, als je probeert te leven als goed mens dan is het toch goed?’ Leven als goed mens begint naar mijn mening daar waar verbondenheid is met een ander. Je bent pas een goede broer of zus, wanneer je je met hem of haar verbonden weet. Je bent pas een goede mens wanneer je dit doet in verbondenheid met je naasten. Je bent een goed christen wanneer je probeert te leven in verbondenheid met Christus zelf en van daaruit met de mensen om je heen.

Christen zijn is daadwerkelijk een keuze, waar je met huid en haar aan verbonden bent. Je kunt niet een beetje christen zijn, net zo min als je niet een beetje zwanger of een beetje dood kunt zijn. Kortom waar het Jezus ten diepste om gaat, is de liefde en het waarmaken daarvan en daarin is Hij voor hen die Hem willen volgen broodnodig. Zo zegt Hij dan ook: Ik ben jullie voedsel en drank om naar God te gaan.

Geloven, daar maak je werk van. Ook met vallen en opstaan. Daar heb je een leven voor. Maar het blijft uw, jouw en mijn keuze.

Pastoor Hans Hermens

Voor elkaar een kaarsje opsteken

 ‘Ik zal een kaarsje bij Maria voor je opsteken.’ In tal van situaties zeggen mensen
dit tegen elkaar. Soms verwacht je het van iemand – hij of zij steekt vaker
een kaarsje voor je op -, soms ook word je verrast, had je dit niet verwacht
van deze mens. Op al die momenten voel je dat zo’n kaarsvlammetje niet
zomaar een lichtje is; als iemand een kaarsje voor een ander aansteekt,
dan is er sprake van warmte van de ene mens voor de andere mens.
Duizenden mensen steken op iedere dag een kaarsje aan.
Voor zichzelf en voor anderen.
Als duizenden mensen dat niet zouden doen dan zou het leven van alledag veel minder licht zijn.
Zo’n klein lichtje tussen al die andere lichtjes, dat via Maria opgaat in dat
grote Licht van Christus waarmee zij onlosmakelijk verbonden is, verbindt ons
met God en met elkaar en is een grote kracht in ons leven.

Het pastoraal team



 

Maria geeft hoop in deze wereld

Oktober is een bijzondere maand voor katholieken wereldwijd. Het is, naast de maand mei,  de tweede Mariamaand van het jaar.

Maria is ons allen dierbaar en heeft een speciaal plekje in ons hart. Wij bidden tot haar met de rozenkrans, steken een kaarsje bij haar aan thuis, of in een kapel of kerk.

We voelen ons met haar verbonden, omdat zij een gelovige vrouw was, die altijd is blijven vertrouwen op God, ondanks de beproevingen die ze heeft ondergaan.

Bij haar voelen we ons gezien en begrepen en we vragen haar om bijstand en kracht wanneer we ons zorgen maken voor ons of het leven van onze medemens.

Zorgen zijn er genoeg. Niet alleen in ons persoonlijke leven. De wereld staat in brand.  Er gebeurt van alles waar we onze vraagtekens bij hebben en als we het journaal beluisteren vallen we van de ene verbazing in de andere. Wat een onrecht gebeurt er op grote schaal. Hoe moeten wij daarmee omgaan?

Maria wijst ons de weg. De omstandigheden in haar leven waren ook niet rooskleurig. Ook in haar tijd waren er volop spanningen. In het Magnificat ( dat lofzang betekent) laat ze haar verbondenheid horen met God, zij voelt zich door Hem gezien. Zij spreekt in dit lied haar geloof uit dat God er is voor zoekende mensen en dat Hij onze reddende kracht is in onze wereld. Dit heeft haar Zoon ons voorgeleefd en in dit leven is zij helemaal meegegaan.

Dat wij ons in deze maand extra tot haar mogen wenden. Door in de stilte tot haar te bidden of met een Weesgegroet. Dat we mogen bidden dat alles in ons leven ten goede gekeerd mag worden, en ook in onze wereld. Dat wij aan elkaar Gods licht en liefde mogen laten zien.

Wij willen daarvoor ook bidden in de centrale Mariaviering op 13 oktober om 10.30 uur in Tubbergen. Het koor Cantare uit Geesteren zingt en de viering wordt verder mede ondersteund door vrijwilligers uit de geloofsgemeenschappen van onze parochie. Van harte welkom!

Hartelijke groet,

Christianne Saris, pastoraal werker