GEBED

 Goede God,

Alles wat ik heb,
alles wat ik ben,
alles wat ik doe,
bied ik u aan.

Kom en vervul mijn dag.

Schenk mij Uw Geest,
dat in mijn denken,
spreken en handelen,
iets van Uw stille aanwezigheid
mag doorbreken.

Laat me niet enkel voor mezelf leven,

maar zoals Jezus,
verbonden met U
en gegeven aan mensen.

Amen

 

Hartelijke groet, het pastoraal team

 

Uit: Pelgrims van hoop.

Bidden in het Heilig Jaar 2025



 

Pastorpraat voor de veertigdagentijd.

Tijdens de veertigdagentijd krijg ik wel eens de vraag, soms ook wat ironisch gesteld: “pastoor, mogen we nu geen koekje, want het is toch vasten?”

Mijn antwoord is dan wel eens: “u snoept maar rustig door, dat is aan u, want daar gaat het in deze vastentijd niet om. Maar wel dat we ruimte maken voor God en voor elkaar. Dat we werk maken van ons geloof.”

Aan het begin van de veertigdagentijd worden ons in het evangelie van Aswoensdag door Jezus drie oefeningen gegeven.

Namelijk vasten, aalmoes geven en bidden. Jezus legt bij deze wijze van leven niet de nadruk op hoe stevig je vast, hoeveel je bidt of hoeveel aalmoezen je geeft. Maar Hij wijst op de intentie van waaruit deze werken van gerechtigheid beoefend worden. En deze intentie wordt door de ogen van God gezien. Vasten wil zeggen: ik probeer los te komen van mijn eigen ik, om zo de kwetsbaarheid van me zelf te ervaren. Juist op momenten dat ik trek krijg kan ik gaan beseffen dat het niet altijd zomaar vanzelfsprekend is dat ik me zo maar weer kan voeden, of zomaar de kraan kan opendraaien. Het wijst me op de nood en de onrechtvaardigheid die door de gebrokenheid ons leven binnenkomt. En waar heel veel mensen op deze aarde mee te maken hebben. Het is de armoede waar velen mee moeten leven. Dit bewust worden van deze armoede kan me tot inkeer brengen. Hoe ga ik om met de schepping ons gegeven.

Aalmoes geven is gericht op je naasten, en wil zeggen tegen de ander: “ik heb je nood gezien en dat raakt me. Ik wil je tot steun zijn”. Oprecht een aalmoes geven is niet een paar euro in een collectemandje doen, maar het vraagt van je om jezelf aan de ander te durven geven. Zou een aalmoes geven in onze tijd niet betekenen: wat tijd vrij te maken en aandacht te schenken aan hen die er om vragen, soms heel dichtbij in je gezin, je familie je vrienden, maar ook aan vreemden die vragen om hulp en aandacht?

Bidden is gericht op God. Wanneer je oprecht bidt, durf je je afhankelijk te maken van onze hemelse Vader. Je legt je leven in Zijn handen. Hiermee erken je ook dat je niet alles in de hand hebt en dat je eindig bent. Juist in het gebed is het mogelijk de relatie met God te verdiepen en tot het besef te komen dat God van je houdt als liefdevolle vader, je nabij wilt zijn over de dood heen. Bidden, vasten en aalmoezen geven zijn veeleer een manier leven die je gevoelig maakt voor wat werkelijk belangrijk is in het leven, mits dit vasten, bidden en aalmoes geven niet gericht is op eigenbelang.

Tenslotte zijn onze prestaties en roem even vergankelijk als ons leven zelf. Bidden, vasten, aalmoezen geven: dat het ons ruimte mag geven om ons hart te openen voor God en voor elkaar.

Ik wens u een goede voorbereidingstijd toe op weg naar Pasen.

Pastoor Hans Hermens



 

Samen wandelen in de hoop

Na mooie carnavalsdagen voor velen van ons, begint met Aswoensdag de voorbereidingstijd op Pasen.
Pasen is het feest van de hoop. Met de verrijzenis van Jezus vieren we dat de dood en het kwaad niet het laatste woord hebben,
maar dat de liefde van God overwint.
Om dat van harte te kunnen vieren, nemen we veertig dagen de tijd om ons hier op voor te bereiden.
De Israëlieten bleven onder leiding van Mozes veertig jaar in de woestijn, om vanuit de slavernij naar het beloofde land te trekken.
Zo worden wij uitgenodigd om in de veertigdagentijd een innerlijke reis te maken, om zo te ontdekken welke tekenen van hoop er in ons leven zijn. Het is een pelgrimstocht, een tocht om God te ontmoeten.
De paus geeft in zijn brief voor de veertigdagentijd, ons drie handreikingen.
Hij zegt dat we allemaal pelgrims zijn, allemaal reizigers, op zoek naar een goed leven voor ons en onze geliefden. We zien dat met name bij alle vluchtelingen. We kunnen ons afvragen hoe wij in het leven staan: zijn wij echt onderweg, of zijn we wat verlamd en statisch en blijven we in onze comfortzone zitten? Hoe kunnen wij ons dan weer laten uitdagen?
Verder roept hij ons op om gezamenlijk op te trekken. Christenen zijn geroepen om samen de weg te vinden, niet als eenlingen. In deze Vastentijd vraagt ​​God ons om na te gaan of we in ons leven, in onze gezinnen, op de plaatsen waar we werken, in de parochie, in staat zijn om met anderen te gaan, te luisteren, om de verleiding te overwinnen om onszelf op te sluiten in ons egocentrisme, alleen bezig met onze behoeften.

Tot slot leggen wij de weg af in de hoop op een belofte: Pasen. Kijken wij uit naar Gods hulp en liefde in ons leven, of kunnen wij onszelf wel redden? Beleven we de hoop die van God en kunnen we zo naar het leven kijken?

Drie vragen om te overwegen in de komende tijd.
Dat wij zo meer op het spoor mogen komen wat wij geloven en hopen.
Een hele vruchtbare veertigdagentijd gewenst!

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris



 

Gebed

God, wij danken U voor uw schepping waar wij deel van zijn.
Wij danken U dat wij ons vrij mogen bewegen
in deze door U geschapen wereld.
Wij danken U voor onze zintuigen,
dat we kunnen horen,
dat we kunnen zien,
dat we kunnen voelen,
dat we kunnen ruiken,
dat we kunnen proeven.

Wij vragen U
open onze ogen, onze oren,
onze zintuigen voor uw aanwezigheid.
Dat we in en bij alles wat op ons afkomt en ons meevoert
uw stem horen, uw aanwezigheid verstaan
en dat we ons zonder vrees aan U toewijden en U dienen,
ook tegen de stroom in.

Dat we onze naasten recht doen,
eerbiedig omgaan met zuster, moeder aarde
en vreugde vinden in onze toewijding aan U
en in het navolgen van uw Zoon,
Jezus Christus, onze Heer. Amen.

Rob Hoogeboom,
Franciscaan ( Orde van de Minderbroeders Franciscanen)



 

Het ‘onze Vader’

Het onze Vader, is een gebed door Jezus aan ons gegeven. En door veel christenen wordt dit gebed regelmatig gebeden. Maar doordat het veel gebeden werd en nog steeds regelmatig wordt gebeden loopt het wel het risico dat het wel eens gebeden wordt waarbij de aandacht ver te zoeken is. En dan wordt dit gebed teruggebracht tot enkele prevelende zinnen. En natuurlijk ook ik betrap me er wel eens op dat ik het meer aandacht kan bidden.

Onze vader die in de hemel zijt….

De eerste twee woorden hebben al ontzettend veel betekenis. God mogen we door Jezus aanspreken als onze Vader. Jezus neemt ons mee in de band die Hij heeft met zijn hemelse Vader. Door God aan te mogen spreken met Vader mogen ook wij delen in de band die Jezus heeft met zijn hemelse Vader en mogen ook wij ons geroepen weten tot kind, tot kind van God. Vader, geeft een relatie aan. Is er een dichtere relatie mogelijk dan tussen ouder en kind? Bij Vader gaat het niet zozeer om het geslacht, maar om de dichtheid van de relatie. Zozeer wil God op ons betrokken zijn. En God is veel te groot om Hem een geslacht toe te meten. Dat is veel meer voor al zijn schepsels. Daarom ook, God is vader en moeder tegelijk. Immers zo schrijft een psalm. God laat zijn kind niet alleen, zelfs als een moeder haar kind zou verlaten, God zal zoiets nooit doen. Daarom ook is het onze Vader, een gebed van vertrouwen, een gebed van geborgenheid. In die twee woorden, ’onze Vader’ wordt niet alleen de band gelegd tussen God en ons, mensen. Maar onze Vader zegt ook iets over de band die wij mensen met elkaar hebben. Want doordat we allen een gemeenschappelijke hemelse Vader hebben, zijn wij mensen ook geroepen tot broer en zus van en voor elkaar.

Toch mooi en waardevol om deze aspecten van dit gebed te beseffen, wanneer we dit gebed bidden. En dan heb ik het alleen maar gehad over de eerste twee woorden van dit gebed.

Met hartelijke groet,

Pastoor Hans Hermens