Zonder elkaar kunnen we niet ….

De zomervakantie loopt voor veel mensen langzamerhand ten einde. Het nieuwe werkjaar komt in zicht. Hopelijk heeft u de kans gehad om u in deze zomer los te maken uit de dagelijkse beslommeringen. Of het nu thuis of op vakantie was. Nieuwe ervaringen opdoen, een onbekende plek bezoeken, andere mensen ontmoeten, het kan ons verfrissen. Boeken lezen dragen hiertoe ook bij. Verhalen nemen je mee naar een andere wereld, waarin je van alles kunt beleven en waar je nieuwe inzichten op kunt doen.

De afgelopen tijd heb ik diverse boeken gelezen. Twee boeken ervan maakten grote indruk op mij, dat van Iris de Graaf en van Jacinda Ardern. Iris de Graaf vertelt in “Vrijuit ”over haar jaren dat ze woont en werkt als NOS correspondent in Moskou en hoe de Russische invasie in de Oekraine alles verandert. In haar persoonlijke verhaal lees je hoe het is om als jonge vrouw verslag te doen vanuit het land van haar grootmoeder. Totdat ze voor haar eigen veiligheid terug moet naar Nederland.

Jacinda Ardern vond zichzelf veel te gevoelig voor de politiek. Toch schopte ze het tot premier van Nieuw-Zeeland. In haar boek “de nieuwe macht” vertelt ze over haar jeugd, haar passie en betrokkenheid om de samenleving te vernieuwen. Over haar leven en belevenissen als politiek leider en voor welke uitdagingen ze kwam te staan.

Verhalen van anderen kunnen ons inspireren en doen ons nadenken over ons eigen leven. Wat vinden wij belangrijk? Waar gaan we voor? Wat willen we doen om betekenisvol te leven? En waar kiezen we voor in het komende werkjaar?

Als christenen mogen wij ons gelukkig prijzen dat wij in die zoektocht niet alleen worden gelaten. We horen tot een geloofsgemeenschap waar we mensen kunnen ontmoeten met levenservaringen die ze graag met ons willen delen. We hebben vieringen waar we tot rust kunnen komen en verbonden worden met de Bron van ons leven.  We hebben het Boek der boeken tot onze beschikking, vol geloofsgetuigenissen dat God met ons meegaat. Waarin ons de weg gewezen wordt die wij mogen gaan.

Dat wij met elkaar verbonden mogen blijven, openstaan voor elkaars verhalen en als pelgrims van Hoop het nieuwe werkjaar in mogen gaan.

Hartelijke groeten,

Pastoraal werker Christianne Saris



 

Vakantie!?

Het is bijna vakantie. Uit eigen ervaring weet ik dat ik daar zo naar kan verlangen. Vakantie, zon, vrienden en familie bezoeken, zelf je tijd kunnen indelen, heerlijk wandelen door de bossen en in de bergen, rust, tot je zelf komen.  Dit allemaal om nieuwe energie op te doen, om vervolgens weer een jaar verder te gaan.

Rust en tot je zelf komen, daar is de vakantie een uitgelezen mogelijkheid voor!

Ik denk aan mijn vakantie alweer enkele jaren geleden.

Daar ontmoette ik een jongeman uit België die enkele jaren geleden een succesvol computerbedrijfje was gestart. Hij vertelde over zijn voettocht naar de bedevaartsplaats Santiago de Compostella, in Spanje, die hij nog maar pas achter de rug had. Ik was wel benieuwd hoe men er nu toe komt, zoveel kilometers te lopen, weken lang, door weer en wind. De man vertelde me, dat hij met een aantal anderen computerprogramma’s maakte en dit leverde hem veel winst op. Maar na een paar jaar hard werken, zo zei hij, had hij er genoeg van en vroeg zich af hoe hij zijn leven nu verder moest voortzetten. Daarom had hij ervoor gekozen om enkele maanden op weg te gaan en daarin helderheid te krijgen. Hij was op zoek naar zin in zijn leven en hij begon zich steeds meer te realiseren dat een goede baan en veel geld verdienen hem tenslotte ook niet het geluk zouden brengen waar hij op hoopte. Door zijn jachtige leven van de afgelopen jaren voelde hij zich van binnen ook erg onrustig. Daarom was hij nu op zoek naar rust en zekerheid in zijn leven.

Deze rust moet niet gezien worden als een onttrekken aan de samenleving, met niemand meer te maken hebben en zelf doen waar je zin in hebt. Deze rust heeft te maken met gelukkig zijn, jezelf weten te vinden en je geliefd weten door anderen, door jezelf en tenslotte ook door God.

Deze rust sluit aan bij de woorden van Jezus: “Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken.”

Vele mensen in onze tijd zijn op zoek, op zoek naar iets dat de sleur van elke dag doorbreekt. Op zoek naar iets waar men voor kan leven, waar men zin uit kan halen. Zodat er rust kan zijn, diep binnenin je hart, in je ziel.

Op zoek zijn naar zin en geluk in je leven, ik denk dat nu steeds meer mensen hiermee bezig zijn. Mensen zijn mondiger geworden, worden ouder en hebben meer tijd om ook aan zichzelf vragen te stellen. Dit geldt al helemaal voor vele jongeren die nauwelijks nog iets lijken te kunnen met het geloof en de kerk. Zo lijkt het tenminste op het eerste gezicht.

Op de middelbare school waar ik als leraar werkte, kenden wij elke ochtend een dagopening. Soms gebeurde het zomaar in een gesprek dat een puber mijn geloof ging ondervragen. We spraken dan over wat geloof en geluk werkelijk betekenen. Het waren mooie momenten, maar ook momenten waarvan ik toch ook verlegen werd en mijn knieën voelde knikken. Dit waren vragen die werkelijk dicht bij je komen. Vragen zoals; wat betekent het geloven in God nu voor je? Wat heeft gelukkig zijn hier nu mee te maken? Vragen waarin je moet bekennen wie je nu werkelijk bent en waar je werkelijk voor staat. Het vraagt een openheid van je die je kwetsbaar maakt, die onrust bij je oproept en dat kan soms behoorlijk confronterend zijn.

‘Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken’. Woorden die troost kunnen schenken, maar ook verontwaardiging kunnen oproepen, omdat deze woorden zouden kunnen zeggen; ‘stil maar, wacht maar alles wordt nieuw’. Deze woorden zijn dan woorden waar je je achter zou kunnen verschuilen. Het is dan een wegvluchten voor de realiteit.

Jezus’ woorden tot je door laten dringen vraagt naar mijn mening eerst om de onrust van het zoeken. Het zoeken naar jezelf, het zoeken naar anderen, om tenslotte bij God uit te komen. Al die vragen van die jongeren in de klas stemmen mij dan ook positief. Ze zijn opzoek naar geluk, naar geloof, naar vriendschap, naar houvast.

Geloven is dan ook voor mij een zoeken. Geloven is geen zeker weten, tenminste niet in ons aardse bestaan, in de chaotische wereld van geweld, pijn, macht en alsmaar meer. Dit zoeken naar God geeft ook een onrust, staat open voor vragen en twijfel. Als gelovige mensen zijn wij dan ook pelgrims die steeds onderweg zijn.  Die steeds de weg opnieuw moeten zoeken, zoals die jongeren in de klas, zoals deze Belgische jonge man die letterlijk zijn wandelschoenen had aangetrokken om iets van rust en verlichting te vinden.

Twintig jaar geleden ben ik tot priester gewijd. Om tot deze weg te komen heb ik veel moeten zoeken. Zoeken naar wie ik ben, zoeken naar de weg en bestemming in mijn leven. Dit zoeken heeft me geleerd me open te stellen voor Gods roepstem. En nog steeds ben ik zoekende, zoekende naar mensen en zo zoekend naar God.

In al die jaren dat ik nu werkzaam ben in het pastoraat heb ik allerlei mensen mogen ontmoeten die vertellen over hun verdriet, over hun onrust. En soms, zeker wanneer wij dit verdriet samen biddend voor God kunnen neerleggen, lijkt het net dat er – door alle ellende heen – in de hemel een deurtje wordt geopend. Dat mensen ondanks hun pijn en verdriet Gods nabijheid mogen ervaren. En dan verstaan we Gods stem – ook al is het maar even – diep van binnen. Gods Geest wordt dan werkzaam, diep in ons hart, in onze ziel. We verstaan de stem van Jezus die onder ons aanwezig is, die rust en verlichting schenkt, en we voelen zijn liefde, zijn barmhartigheid.

In mijn zoeken en mijn twijfel heb ik wel het vertrouwen gevonden dat ik me geborgen mag weten bij Hem die ieder mens steeds opnieuw roept en liefheeft. Dit vertrouwen schenkt rust en verlichting.

Vakantie, een periode van rust, misschien wel onrust. Het kan een mooie tijd zijn om vrij te worden voor God, voor je naasten en voor jezelf.

Ik wens u allen een goede vakantie toe, mede namens pastoraal werker Christianne Saris.

Pastoor Hermens

 



 

Aan het begin van de vakantieperiode
willen we u alle goeds toewensen met onderstaande
reiszegen van Jacqueline Roelofs-van der Linden

 

Ga dan op weg

Ga dan op weg en laat hoop en verwachting je leiden,
ook al zijn pijn en verdriet door geen mens te vermijden.
Wees niet bevreesd,
ga en vertrouw op de geest
die je van angst zal bevrijden.

Ga dan op weg en ontmoet op de reis medemensen.
Geef aan eenieder al wat jij jezelf toe zou wensen.
Dan, onder het gaan,
zul je de ander zien staan
en overschrijd je je grenzen.

Ga dan op weg en schud af al je twijfels en zorgen.
Ga en ontdek, wat vandaag nog voor jou is verborgen.
Houd op het licht
altijd je ogen gericht.
Dat zal je kracht zijn voor morgen.

Het pastoraal team



 

De kracht van de zomer

We bevinden ons in een mooi seizoen: de zomer. Wat is er veel te genieten in dit seizoen: de zingende vogels, de bloeiende struiken en bomen, de kleuren in alle schakeringen, de prachtige taferelen in de natuur, het zonlicht dat ons verwarmt en doet ontspannen. Het mag ons verwonderen en dankbaar maken. Zoveel moois, ons zomaar gegeven. We mogen er Gods hand in zien.

De natuur kan ons ook helpen om op adem te komen te komen. Als wij naar buiten gaan en wandelen, sporten, of bezig zijn in de tuin wordt onze aandacht getrokken naar al wat groeit en bloeit. We komen los van onze zorgen, onze taken, onze verantwoordelijkheden.  We voelen ons dan een deel van een groter geheel, een deel van de schepping. Het helpt ons onze zorgen te relativeren en alles in het juiste perspectief te zien.

In het evangelie van Mattheüs wordt dit mooi verwoord:

“Maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten en drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan de kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse vader die ze voedt. Vraag je dus niet teveel bezorgd af. Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden” ( Matteus 6: 25-34)

Dat de zomer ons mag helpen om ons te ontspannen en ons helpt om tijd en ruimte te nemen voor nieuw inzicht in wat het leven zinvol maakt. Dat we zien hoe alle leven op aarde met elkaar verbonden is en dat wij daar deel van mogen uitmaken. Dat wij de verbondenheid in de natuur en met elkaar mogen koesteren en er behoedzaam mee mogen omgaan. Een fijne zomer gewenst!

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris



 

Gebed

God van liefde,
Mag ik leven in het vertrouwen
dat U de wereld draagt?
Dat U de bron van alle liefde zijt
en ieder mens uw kind noemt?

Laat mij de stilte vinden
waarin ik U kan horen
Geef mij de woorden in
om U te danken en tot U te spreken.

Kijk mij aan met de ogen
van wie ik ontmoet.
Maak mij mild en moedig
in de zorg voor uw mensen.

Blaas uw adem in mij, dat ik leef.
Genees mijn onmacht en mijn schuld.
Leg vrede in mijn hart
zodat ik anderen tot steun kan zijn.
Breng mij Jezus te binnen, uw Mensenzoon.
Voed mij met zijn  woorden en zijn leven.
En geef mij zusters en broeders
met wie ik samen
kleur geef aan uw nieuwe wereld

 

Hartelijke groet, het pastoraal team



 

Pastorpraat voor Pinksteren

We vieren Pinksteren. Pinksteren is het feest van het optimisme, het feest van hoop in de toekomst, in het geloof dat het beter kan. Pinksteren staat nooit los van Pasen. Het maakt het Paasfeest af. Gods liefde en trouw hebben het laatste woord, sterker dan de dood. Want Één ging ons voor door lijden en dood heen: Jezus de Christus. Door Gods liefde en trouw werd Zijn Weg de Weg ten leven. Zijn graf was tenslotte leeg.

Voor de leerlingen die met Jezus optrokken en na de opstanding weer met hem hebben gesproken, gegeten, gelachen, gehuild, gebeden was het ook niet meteen Allelluja. Het paasgeloof moest groeien, wortel schieten. Want alles wat naar, pijnlijk, confronterend is, wat diepe wonden slaat, het heeft de tijd nodig om te genezen.

En dan met Pinksteren, we horen over de Geest, die allen die in huis waren in vuur en vlam zetten. De ramen en deuren werden weer open gedaan. Muren  van angst werden afgebroken. En men trok de weide wereld in en men vertelde over Gods trouw, over Gods liefde, die ten volle zichtbaar werd in Jezus’ doen en laten. En Gods liefde en trouw die zo aanwezig was bij Jezus gaat nu verder in zijn Geest die leeft in mensen, in u en mij. De Geest wil wonen in ieder mens van goede wil.

En van die dag af trok men zelfbewust rond, vertelde over de Blijde boodschap, vierde eucharistie, doopte de mensen, troostte de verdrietige. Fouten en tekorten werden in Gods naam vergeven, zodat er nieuwe kansen en nieuwe mogelijkheden kwamen. Hoop werd geboden aan de stervenden en aan de armen werd de Blijde boodschap verkondigd. Zo is Pinksteren ook het geboortefeest van de kerk. Maar wat is er van dat enthousiasme nog overgebleven?  Velen weten nauwelijks nog waar we in moeten geloven. Kerkgebouwen zijn vaak veel te groot geworden. Kerken lijken soms meer op museums dan op levende gebedshuizen.

We mogen nooit vergeten dat de kerk niet bestaat uit gebouwen van steen, maar bestaat uit levende stenen: u en ik. Met elkaar vormen we de kerk van Jezus Christus, zijn we gemeenschap. Paus Franciscus zei het heel mooi: We moeten elkaar blijven opzoeken, het geloof en daarmee Gods liefde met elkaar delen en uitdragen in de wereld waar we leven en ons niet opsluiten in gebouwen, die vaak veel te groot zijn geworden. We moeten meer en meer naar buiten treden, zichtbaar zijn!!

Christelijk geloven is niet alleen geloven in God, in Jezus, maar we mogen ook weten dat God, Jezus, in ons gelooft. Daarvoor hebben we dan ook een Helper, de Heilige Geest.

Iemand had een droom. Hij droomde dat hij de hemel binnenging en achter de balie stond een engel. Verwonderd vroeg hij de engel: ‘Wat verkopen jullie hier?’ ‘Alles wat je maar wilt,’ zei de engel vriendelijk. De man begon direct met zijn wensen op te sommen: ‘Dan vraag ik het einde van alle oorlogen, betere leef condities voor de armen en de verschoppelingen, werk voor de werklozen en…’ ‘Excuseer mij, beste man,’ viel de engel hem in de rede, ‘u hebt me niet goed begrepen, wij verkopen hier geen afgewerkte producten, wij verkopen alleen maar het zaad!’

Dat zaad, met zijn groeikracht, mag je zien als de gave van de Geest die u en mij in Christus’ naam doet groeien tot kind van God. Het zaad bevat de gaven van wijsheid, inzicht, verstand, sterkte, geloof,  liefde en ontzag voor Gods naam. En dat zaad schenkt de mooiste vruchten, zodat in jouw doen en laten Christus herkend mag worden. Het zijn de vruchten, eigenschappen van vriendelijkheid, trouw, zachtmoedigheid, oprechte vrede, geduld.

Zo wordt geloof zichtbaar Christelijk leven, in onze handen en voeten, in onze oren, ogen en mond.

Als gelovige christenen mogen ook wij fiere mensen zijn, fier op ons geloof. Ons niet laten aanpraten dat we ouderwets zijn. En ook niet inlaten met verhalen dat over tien jaar er nauwelijks nog een kerk is te vinden. Want aan een huilende en jammerende kerk hebben we niets. Daar wil geen mens bij horen. Ik geloof vast dat we als christenen heel veel kunnen bijdragen aan een betere, mooiere, gelukkigere en vreedzamere wereld. Gesteund door de Geest van Jezus die bij ons blijft tot de voleinding van de wereld. Dat was en is zijn belofte. Zalig Pinksteren.

Pastoor Hans Hermens