De legende van Sint-Maarten: delen van warmte

Op 11 november gedenken we Sint-Maarten. Een heilige die ons in contact kan brengen met de gaven die God ons heeft gegeven. Wij willen graag de legende van hem met u delen:
Maarten was de zoon van een zeer rijk koopman, hij was officier in het Romeinse leger.
Op een koude mistige dag reed hij met een groep soldaten in draf naar de stad Amiens.
Het was de bedoeling, voor het donker binnen de stadsmuren te zijn.
Toen ze bij de grote stadspoort aankwamen, trad er plotseling een gedaante uit het schemerdonker naar voren.
Het was een bedelaar die, slechts in lompen gehuld en bibberend van de kou, vroeg om een aalmoes.
Maarten, de jonge officier van de groep, hield zijn paard in en hoewel hij op dat moment geen stuiver op zak had, was hij zo ontdaan over de armoede van de man, dat hij afsteeg en dacht: wat kan ik voor deze man doen?
Ineens trok hij zijn zwaard, sneed zijn rode mantel in twee stukken en gaf een stuk aan de bedelaar, hoewel zijn kameraden hem erom uitlachten.
’s Nachts kreeg hij een droom, waarin Christus verscheen, gekleed in de helft van zijn mantel, terwijl hij tot de engelen die bij hem waren zei: “Zie dit is Maarten, die mij gekleed heeft.”
Die droom maakte diepe indruk op Maarten en hij voelde zich geroepen vanaf dat ogenblik Christus te dienen.
Hij liet zich dopen en trad zo gauw als bij, maar kon uit de dienst van de keizer. Zo werkte hij met goedheid, liefde en opoffering onder de mensen en velen volgden zijn voorbeeld.
Dank aan allen die net zoals Sint-Maarten goed zijn voor hun naasten en zo Gods liefde doorgeven!



 

Verbondenheid op Allerzielen

Op 2 november, Allerzielen,  komen we in onze kerken samen om de mensen te gedenken die ons zijn ontvallen. Vaak zijn het mensen die we dankbaar zijn om wie ze waren. De bloemen die wij voor hen naar het kerkhof brengen, vormen een prachtige tuin waarmee we hun leven eren.

Naast dankbaarheid, is er ook een gevoel van bedroefdheid dat ze er niet meer zijn. In de vieringen komen we samen tot stilte en inkeer met alle mensen die wereldwijd treuren om hun dierbaren die ze moeten missen. We weten ons in dat opzicht met elkaar verenigd.

Vandaag mogen we ook de ontelbaren niet vergeten die omgekomen zijn in zinloze oorlogen. Ieder die deze dagen een bezoek brengt aan een of ander oorlogskerkhof staat kan onder de indruk komen van de velden vol witte kruisjes.

Wat kunnen we zeggen? Zeggen die kruisjes iets? Vallen we in Gods hand? Wat gebeurt er met onze geliefden en de slachtoffers van de oorlogen?

We mogen troost vinden in ons geloof. Zo lang mensen leven, is er naast vreugde ook nood en ellende, en dat drukt als een last op de schouders. Ook Jezus heeft dit aan den lijve ondervonden. Toch liet hij zich er niet door meeslepen, hij had vertrouwen en hield daar aan tot aan het laatst aan vast. Dat vertrouwen klinkt door in zijn afscheidswoorden aan zijn vrienden.  “In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen” Er is dus een plaats voor ons, een ruimte waar we ontvangen worden, waar liefde en vriendschap is, waar we thuis zullen komen. Dat is een troostrijke gedachte. We mogen onze dierbaren laten gaan, in het vertrouwen dat hen nieuw leven tegemoet komt. God, die ons in dit leven al kracht kan geven als we een kruis hebben te dragen, Hij zal er ook straks zijn. Wij mogen geloven in nabijheid en betrokkenheid van boven. Bij vreugde en verdriet, in het  leven en in de dood.

Allerzielen nodigt ons uit om met twee ogen te kijken: met het ene oog naar het verleden, naar de geliefden die we missen, en met het andere oog naar de toekomst, naar het nieuwe leven. Er blijft verdriet. Er blijven lege stoelen, stiltes die niet opgevuld kunnen worden. Maar we mogen geloven in nieuw leven en nieuwe toekomst voor hen en voor ons. Dat dit geloof ons mag sterken en dragen.

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris

 



 

In het kader van de Mariamaand willen we onderstaand gebed met u delen:

 

Weesgegroet Maria,
moeder van God,
moeder van de kerk en van alle mensen,
wil in deze tijd
voor ons een gids en voorbeeld zijn.
Bevestig ons in het geloof
dat God ook vandaag
naar mensen omziet
en ze blij en groot maakt.
Bid met ons mee
om de gave van Gods Geest
in goede en kwade dagen.
Zeg ons elke dag opnieuw :
“Doe maar wat Hij u zeggen zal”.
Dan zullen wij naar Jezus’ woord en leven
God beminnen,
de naaste liefhebben
en dienstbaar zijn aan kerk en wereld,

Amen.

Het pastoraal team



 

Naar aanleiding van de vieringen rond Oogstdankdag
willen we graag onderstaand gebed met u delen:

Goede God,
het past ons U te danken.
Wij danken U voor het grote en het kleine.
Wij danken U als we in de afgelopen tijd
de grote wonderen van dit leven mee mochten maken.
Van liefde.
Van nieuw leven.
Wij danken U voor de kleine dingen die goed waren.
Dat ene goede gesprek.
Dat ene lieve kaartje.

Het past ons U te danken.

Wij danken U voor het vanzelfsprekende en het bijzondere.
Wij danken U voor het dagelijks brood.
Voor de huizen om in te wonen,
de auto’s om in te reizen.
Wij danken U ook voor uw bijzondere nabijheid.
Dat U antwoordde toen we naar U zochten.

Voor al het goede danken we U .

Maar er is veel in ons leven
waardoor onze dankbaarheid kan verstommen.
We weten van ziekte.
We weten van verlies.
We weten van diep verdriet en diepe nood.

Laat onze dank nooit haar stem verliezen.

Houd door uw Geest het loflied en het dankgebed in ons levend.
Want het past ons om U te danken,
zelfs in onze nood.
Waar we door diepe dalen gingen,
U was met ons.
Waar we dansend over de toppen van het leven gingen,
U danste mee.

Daarom danken we U, in Jezus’ naam.

( uit: “Help ons U te vinden”)

Het pastoraal team



 

Herfst een tijd van oogst en dank.

De zomer is weer zo goed als voorbij en het nieuwe jaargetijde  kondigt zich aan. De herfst. Voor velen niet het meest fijne jaargetijde. De dagen korten meer en meer. Het weer wordt slechter, de bladeren vallen van de bomen. En toch…. de verschillende jaargetijden die wij op onze plek op aarde kennen geeft wel een veelzijdigheid aan weer en sfeer. En wanneer je kijkt naar de kleurenpracht van al die gekleurde bladeren en je beseft dat er weer zoveel geoogst kan worden, juist in de herfst. Misschien kom je dan tot besef hoe mooi onze aarde is. Hoe mooi alles is geschapen. Daar mogen we dankbaar voor zijn. Juist door de jachtigheid van ons bestaan gaan we er vaak aan voorbij. In de herfst gedenken wij een bijzondere heilige die veel oog had voor alles wat geschapen is. Hij was zich bewust dat je als mens altijd in relatie leeft met al het geschapene om je heen. De planten, de bomen, de dieren, de zon, de maan, het water, het vuur. Franciscus noemde ze dan ook moeder, zuster, broeder. Vanuit deze gedachte schreef hij het zonnelied, ook wel bekend als de lofzang van de schepselen. Franciscus schreef dit lied in de winter van 1225, ongeveer 800 jaar geleden. Na een periode waarin Franciscus vocht met zijn twijfel en lusteloosheid kreeg hij een droom waarin voor hem duidelijk werd dat God weer naar hem had omgezien. Dit lied werd opgeschreven door een broeder toen hij op zijn ziekbed dit lied dicteerde.

Allerhoogste, almachtige, goede Heer, van U zijn de lof, de roem, de eer en alle zegen. U alleen, Allerhoogste, komen ze toe en geen mens is waardig uw naam te noemen. Wees geprezen, mijn Heer, door al uw schepselen, vooral door broeder zon die de dag is en door wie Gij ons verlicht. En hij is mooi en straalt met grote pracht; van U, Allerhoogste draagt hij het teken. Wees geprezen, door zuster maan en de sterren. Aan de hemel hebt Gij ze gevormd, helder kostbaar en mooi. Wees geprezen, mijn Heer, door broeder wind en door de lucht, bewolkt of helder, en ieder jaargetijde, door wie Gij het leven van uw schepselen onderhoudt. Wees geprezen , mijn Heer, door zuster water, die heel nuttig is en nederig, kostbaar en kuis. Wees geprezen, mijn Heer, door broeder vuur door wie Gij ons de nacht verlicht; en hij is mooi en vrolijk, stoer en sterk. Wees geprezen, mijn Heer, door zuster moeder aarde die ons voedt en leidt en allerlei vruchten voortbrengt, bonte bloemen en planten. Wees geprezen, mijn Heer, door wie omwille van uw liefde vergiffenis schenken, en ziekte en verdrukking dragen. Gelukkig die dat dragen in vrede, want door U, Allerhoogste, worden zij gekroond. Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster de lichamelijke dood, die geen levend mens kan ontvluchten. Prijs en zegen mijn Heer, en dank en dien Hem in grote nederigheid.

Het is mooi dat op verschillende plekken in onze parochie oogstdankfeest wordt gehouden en dat de kerken weer mooi worden versierd. Dat we met de ogen van Franciscus kunnen kijken naar alle moois wat de aarde opbrengt. Door God ook aan ons gegeven om er van te leven en van te genieten.

Met hartelijke groet pastoor Hans Hermens