Vakantie!?

Het is bijna vakantie. Uit eigen ervaring weet ik dat ik daar zo naar kan verlangen. Vakantie, zon, vrienden en familie bezoeken, zelf je tijd kunnen indelen, heerlijk wandelen door de bossen en in de bergen, rust, tot je zelf komen.  Dit allemaal om nieuwe energie op te doen, om vervolgens weer een jaar verder te gaan.

Rust en tot je zelf komen, daar is de vakantie een uitgelezen mogelijkheid voor!

Ik denk aan mijn vakantie alweer enkele jaren geleden.

Daar ontmoette ik een jongeman uit België die enkele jaren geleden een succesvol computerbedrijfje was gestart. Hij vertelde over zijn voettocht naar de bedevaartsplaats Santiago de Compostella, in Spanje, die hij nog maar pas achter de rug had. Ik was wel benieuwd hoe men er nu toe komt, zoveel kilometers te lopen, weken lang, door weer en wind. De man vertelde me, dat hij met een aantal anderen computerprogramma’s maakte en dit leverde hem veel winst op. Maar na een paar jaar hard werken, zo zei hij, had hij er genoeg van en vroeg zich af hoe hij zijn leven nu verder moest voortzetten. Daarom had hij ervoor gekozen om enkele maanden op weg te gaan en daarin helderheid te krijgen. Hij was op zoek naar zin in zijn leven en hij begon zich steeds meer te realiseren dat een goede baan en veel geld verdienen hem tenslotte ook niet het geluk zouden brengen waar hij op hoopte. Door zijn jachtige leven van de afgelopen jaren voelde hij zich van binnen ook erg onrustig. Daarom was hij nu op zoek naar rust en zekerheid in zijn leven.

Deze rust moet niet gezien worden als een onttrekken aan de samenleving, met niemand meer te maken hebben en zelf doen waar je zin in hebt. Deze rust heeft te maken met gelukkig zijn, jezelf weten te vinden en je geliefd weten door anderen, door jezelf en tenslotte ook door God.

Deze rust sluit aan bij de woorden van Jezus: “Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken.”

Vele mensen in onze tijd zijn op zoek, op zoek naar iets dat de sleur van elke dag doorbreekt. Op zoek naar iets waar men voor kan leven, waar men zin uit kan halen. Zodat er rust kan zijn, diep binnenin je hart, in je ziel.

Op zoek zijn naar zin en geluk in je leven, ik denk dat nu steeds meer mensen hiermee bezig zijn. Mensen zijn mondiger geworden, worden ouder en hebben meer tijd om ook aan zichzelf vragen te stellen. Dit geldt al helemaal voor vele jongeren die nauwelijks nog iets lijken te kunnen met het geloof en de kerk. Zo lijkt het tenminste op het eerste gezicht.

Op de middelbare school waar ik als leraar werkte, kenden wij elke ochtend een dagopening. Soms gebeurde het zomaar in een gesprek dat een puber mijn geloof ging ondervragen. We spraken dan over wat geloof en geluk werkelijk betekenen. Het waren mooie momenten, maar ook momenten waarvan ik toch ook verlegen werd en mijn knieën voelde knikken. Dit waren vragen die werkelijk dicht bij je komen. Vragen zoals; wat betekent het geloven in God nu voor je? Wat heeft gelukkig zijn hier nu mee te maken? Vragen waarin je moet bekennen wie je nu werkelijk bent en waar je werkelijk voor staat. Het vraagt een openheid van je die je kwetsbaar maakt, die onrust bij je oproept en dat kan soms behoorlijk confronterend zijn.

‘Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken’. Woorden die troost kunnen schenken, maar ook verontwaardiging kunnen oproepen, omdat deze woorden zouden kunnen zeggen; ‘stil maar, wacht maar alles wordt nieuw’. Deze woorden zijn dan woorden waar je je achter zou kunnen verschuilen. Het is dan een wegvluchten voor de realiteit.

Jezus’ woorden tot je door laten dringen vraagt naar mijn mening eerst om de onrust van het zoeken. Het zoeken naar jezelf, het zoeken naar anderen, om tenslotte bij God uit te komen. Al die vragen van die jongeren in de klas stemmen mij dan ook positief. Ze zijn opzoek naar geluk, naar geloof, naar vriendschap, naar houvast.

Geloven is dan ook voor mij een zoeken. Geloven is geen zeker weten, tenminste niet in ons aardse bestaan, in de chaotische wereld van geweld, pijn, macht en alsmaar meer. Dit zoeken naar God geeft ook een onrust, staat open voor vragen en twijfel. Als gelovige mensen zijn wij dan ook pelgrims die steeds onderweg zijn.  Die steeds de weg opnieuw moeten zoeken, zoals die jongeren in de klas, zoals deze Belgische jonge man die letterlijk zijn wandelschoenen had aangetrokken om iets van rust en verlichting te vinden.

Twintig jaar geleden ben ik tot priester gewijd. Om tot deze weg te komen heb ik veel moeten zoeken. Zoeken naar wie ik ben, zoeken naar de weg en bestemming in mijn leven. Dit zoeken heeft me geleerd me open te stellen voor Gods roepstem. En nog steeds ben ik zoekende, zoekende naar mensen en zo zoekend naar God.

In al die jaren dat ik nu werkzaam ben in het pastoraat heb ik allerlei mensen mogen ontmoeten die vertellen over hun verdriet, over hun onrust. En soms, zeker wanneer wij dit verdriet samen biddend voor God kunnen neerleggen, lijkt het net dat er – door alle ellende heen – in de hemel een deurtje wordt geopend. Dat mensen ondanks hun pijn en verdriet Gods nabijheid mogen ervaren. En dan verstaan we Gods stem – ook al is het maar even – diep van binnen. Gods Geest wordt dan werkzaam, diep in ons hart, in onze ziel. We verstaan de stem van Jezus die onder ons aanwezig is, die rust en verlichting schenkt, en we voelen zijn liefde, zijn barmhartigheid.

In mijn zoeken en mijn twijfel heb ik wel het vertrouwen gevonden dat ik me geborgen mag weten bij Hem die ieder mens steeds opnieuw roept en liefheeft. Dit vertrouwen schenkt rust en verlichting.

Vakantie, een periode van rust, misschien wel onrust. Het kan een mooie tijd zijn om vrij te worden voor God, voor je naasten en voor jezelf.

Ik wens u allen een goede vakantie toe, mede namens pastoraal werker Christianne Saris.

Pastoor Hermens

 



 

De kracht van de zomer

We bevinden ons in een mooi seizoen: de zomer. Wat is er veel te genieten in dit seizoen: de zingende vogels, de bloeiende struiken en bomen, de kleuren in alle schakeringen, de prachtige taferelen in de natuur, het zonlicht dat ons verwarmt en doet ontspannen. Het mag ons verwonderen en dankbaar maken. Zoveel moois, ons zomaar gegeven. We mogen er Gods hand in zien.

De natuur kan ons ook helpen om op adem te komen te komen. Als wij naar buiten gaan en wandelen, sporten, of bezig zijn in de tuin wordt onze aandacht getrokken naar al wat groeit en bloeit. We komen los van onze zorgen, onze taken, onze verantwoordelijkheden.  We voelen ons dan een deel van een groter geheel, een deel van de schepping. Het helpt ons onze zorgen te relativeren en alles in het juiste perspectief te zien.

In het evangelie van Mattheüs wordt dit mooi verwoord:

“Maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten en drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan de kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse vader die ze voedt. Vraag je dus niet teveel bezorgd af. Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden” ( Matteus 6: 25-34)

Dat de zomer ons mag helpen om ons te ontspannen en ons helpt om tijd en ruimte te nemen voor nieuw inzicht in wat het leven zinvol maakt. Dat we zien hoe alle leven op aarde met elkaar verbonden is en dat wij daar deel van mogen uitmaken. Dat wij de verbondenheid in de natuur en met elkaar mogen koesteren en er behoedzaam mee mogen omgaan. Een fijne zomer gewenst!

Hartelijke groet,

Pastoraal werker Christianne Saris



 

Gebed

God van liefde,
Mag ik leven in het vertrouwen
dat U de wereld draagt?
Dat U de bron van alle liefde zijt
en ieder mens uw kind noemt?

Laat mij de stilte vinden
waarin ik U kan horen
Geef mij de woorden in
om U te danken en tot U te spreken.

Kijk mij aan met de ogen
van wie ik ontmoet.
Maak mij mild en moedig
in de zorg voor uw mensen.

Blaas uw adem in mij, dat ik leef.
Genees mijn onmacht en mijn schuld.
Leg vrede in mijn hart
zodat ik anderen tot steun kan zijn.
Breng mij Jezus te binnen, uw Mensenzoon.
Voed mij met zijn  woorden en zijn leven.
En geef mij zusters en broeders
met wie ik samen
kleur geef aan uw nieuwe wereld

 

Hartelijke groet, het pastoraal team



 

Pastorpraat voor Pinksteren

We vieren Pinksteren. Pinksteren is het feest van het optimisme, het feest van hoop in de toekomst, in het geloof dat het beter kan. Pinksteren staat nooit los van Pasen. Het maakt het Paasfeest af. Gods liefde en trouw hebben het laatste woord, sterker dan de dood. Want Één ging ons voor door lijden en dood heen: Jezus de Christus. Door Gods liefde en trouw werd Zijn Weg de Weg ten leven. Zijn graf was tenslotte leeg.

Voor de leerlingen die met Jezus optrokken en na de opstanding weer met hem hebben gesproken, gegeten, gelachen, gehuild, gebeden was het ook niet meteen Allelluja. Het paasgeloof moest groeien, wortel schieten. Want alles wat naar, pijnlijk, confronterend is, wat diepe wonden slaat, het heeft de tijd nodig om te genezen.

En dan met Pinksteren, we horen over de Geest, die allen die in huis waren in vuur en vlam zetten. De ramen en deuren werden weer open gedaan. Muren  van angst werden afgebroken. En men trok de weide wereld in en men vertelde over Gods trouw, over Gods liefde, die ten volle zichtbaar werd in Jezus’ doen en laten. En Gods liefde en trouw die zo aanwezig was bij Jezus gaat nu verder in zijn Geest die leeft in mensen, in u en mij. De Geest wil wonen in ieder mens van goede wil.

En van die dag af trok men zelfbewust rond, vertelde over de Blijde boodschap, vierde eucharistie, doopte de mensen, troostte de verdrietige. Fouten en tekorten werden in Gods naam vergeven, zodat er nieuwe kansen en nieuwe mogelijkheden kwamen. Hoop werd geboden aan de stervenden en aan de armen werd de Blijde boodschap verkondigd. Zo is Pinksteren ook het geboortefeest van de kerk. Maar wat is er van dat enthousiasme nog overgebleven?  Velen weten nauwelijks nog waar we in moeten geloven. Kerkgebouwen zijn vaak veel te groot geworden. Kerken lijken soms meer op museums dan op levende gebedshuizen.

We mogen nooit vergeten dat de kerk niet bestaat uit gebouwen van steen, maar bestaat uit levende stenen: u en ik. Met elkaar vormen we de kerk van Jezus Christus, zijn we gemeenschap. Paus Franciscus zei het heel mooi: We moeten elkaar blijven opzoeken, het geloof en daarmee Gods liefde met elkaar delen en uitdragen in de wereld waar we leven en ons niet opsluiten in gebouwen, die vaak veel te groot zijn geworden. We moeten meer en meer naar buiten treden, zichtbaar zijn!!

Christelijk geloven is niet alleen geloven in God, in Jezus, maar we mogen ook weten dat God, Jezus, in ons gelooft. Daarvoor hebben we dan ook een Helper, de Heilige Geest.

Iemand had een droom. Hij droomde dat hij de hemel binnenging en achter de balie stond een engel. Verwonderd vroeg hij de engel: ‘Wat verkopen jullie hier?’ ‘Alles wat je maar wilt,’ zei de engel vriendelijk. De man begon direct met zijn wensen op te sommen: ‘Dan vraag ik het einde van alle oorlogen, betere leef condities voor de armen en de verschoppelingen, werk voor de werklozen en…’ ‘Excuseer mij, beste man,’ viel de engel hem in de rede, ‘u hebt me niet goed begrepen, wij verkopen hier geen afgewerkte producten, wij verkopen alleen maar het zaad!’

Dat zaad, met zijn groeikracht, mag je zien als de gave van de Geest die u en mij in Christus’ naam doet groeien tot kind van God. Het zaad bevat de gaven van wijsheid, inzicht, verstand, sterkte, geloof,  liefde en ontzag voor Gods naam. En dat zaad schenkt de mooiste vruchten, zodat in jouw doen en laten Christus herkend mag worden. Het zijn de vruchten, eigenschappen van vriendelijkheid, trouw, zachtmoedigheid, oprechte vrede, geduld.

Zo wordt geloof zichtbaar Christelijk leven, in onze handen en voeten, in onze oren, ogen en mond.

Als gelovige christenen mogen ook wij fiere mensen zijn, fier op ons geloof. Ons niet laten aanpraten dat we ouderwets zijn. En ook niet inlaten met verhalen dat over tien jaar er nauwelijks nog een kerk is te vinden. Want aan een huilende en jammerende kerk hebben we niets. Daar wil geen mens bij horen. Ik geloof vast dat we als christenen heel veel kunnen bijdragen aan een betere, mooiere, gelukkigere en vreedzamere wereld. Gesteund door de Geest van Jezus die bij ons blijft tot de voleinding van de wereld. Dat was en is zijn belofte. Zalig Pinksteren.

Pastoor Hans Hermens



 

Moeder Maria

Moeder Maria,
Als mensen zijn wij samen op weg.
Als één familie
zijn wij met elkaar begaan.
Wij willen tot u bidden;

Wees een zorgzame moeder, Maria,
voor wie ziek zijn of bedroefd,
en voor hen die hun last
moeilijk kunnen dragen.

Moeder Maria, wij willen in gebed uitspreken
wat soms zo moeilijk te verwoorden is.
Wij willen vreugde delen langs onze weg
en lasten helpen dragen.

Maria, gij wijst ons altijd de weg naar Jezus, Uw zoon,
verdiep ons geloof en maak ons vertrouwen sterker,
Blijf bij ons, Maria, op onze levenstocht,
tijdens de vreugdevolle en de moeilijke dagen.

Open altijd onze ogen voor hen,
die wij als tochtgenoten ontmoeten,
maak ons dienstbaar naar uw voorbeeld.

Wees voor ons een veilige gids, Maria,
leidt ons langs veilige wegen
en leer ons steeds opnieuw het Licht te ontdekken,
bij Jezus Christus, uw zoon, onze Heer.  Amen.

Hartelijke groet, het pastoraal team



 

Beste mensen,

Paus Franciscus heeft tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis een tekst geschreven die wij graag met u willen delen:

 

“De muren van ziekenhuizen hebben meer oprechte gebeden gehoord dan kerken…

Ze hebben veel meer oprechte kussen gezien dan die op luchthavens…

In ziekenhuizen zie je een homofoob gered worden door een homoseksuele arts.

Een bevoorrechte arts die het leven van een bedelaar redt…

Op de intensive care zie je een Jood die een racist verzorgt…

Een politieagent en een gevangene in dezelfde kamer die dezelfde zorg ontvangen…

Een rijke patiënt die wacht op een levertransplantatie, klaar om het orgaan van een arme donor te ontvangen…

Het is op deze momenten, wanneer het ziekenhuis de wonden van mensen aanraakt,
dat verschillende werelden elkaar kruisen volgens een goddelijk plan.

En in deze gemeenschap van lotsbestemmingen beseffen we dat we alleen niets zijn.

De absolute waarheid van mensen openbaart zich meestal alleen in momenten van pijn of bij de reële dreiging van een onomkeerbaar verlies.

Een ziekenhuis is een plek waar mensen hun maskers afleggen en zichzelf laten zien zoals ze werkelijk zijn, in hun puurste essentie.

Dit leven zal voorbijgaan. Snel, dus verspil het niet door met mensen te vechten.

Bekritiseer je lichaam niet te veel.

Klaag niet overmatig.

Verlies geen slaap over rekeningen.

Zorg ervoor dat je je dierbaren knuffelt.

Maak je niet te veel zorgen over het spic en span houden van het huis.

Materiële goederen moeten door iedereen verdiend worden – wijd je niet aan het vergaren van een erfenis.

Je wacht op te veel: Kerstmis, vrijdag, volgend jaar, wanneer je geld hebt, wanneer de liefde arriveert, wanneer alles perfect is…

Luister, perfectie bestaat niet.

Een mens kan het niet bereiken, omdat we simpelweg niet gemaakt zijn om hier vervuld te worden.

Hier krijgen we de kans om te leren.

Dus, haal het beste uit deze beproeving van het leven – en doe het nu.

Respecteer jezelf, respecteer anderen. Volg je eigen pad en laat het pad los dat anderen voor je hebben gekozen.

Respect: geef geen commentaar, oordeel niet, bemoei je er niet mee.

Heb meer lief, vergeef meer, omarm meer, leef intenser! En laat de rest over aan de Schepper.”

Paus Franciscus.

 

Hartelijke groet, het pastoraal team

 

Pasen: de steen is weggerold, Hij leeft!

Na een periode van ruim zes en een halve week mogen we Pasen vieren.
Pasen is het hoogtepunt van het christelijke jaar, een tijd van hoop en vernieuwing voor ons christelijk leven. Het is het moment waarop de christenen over de hele wereld de verrijzenis van Jezus Christus vieren, de ultieme overwinning van het leven op de dood.
Het Evangelie volgens Lucas vertelt ons dat de enorme steen voor het graf van Jezus was weggerold. Deze steen symboliseert het einde van het aardse leven van Jezus. Maar op de derde dag gebeurde er iets wonderlijks: de steen is weggerold.
Jezus is niet langer in het graf; Hij is opgestaan uit de dood.
De weggerolde steen is een krachtig beeld voor de obstakels in ons leven zoals de dingen die ons gevangen houden, de verdrietige herinneringen, eenzaamheid of angst voor de tijd waarin we leven.
Stenen kunnen ons het leven lastig maken. Zij liggen soms zwaar op de maag!
“Wie kan er voor ons de steen wegrollen?” Dit vroegen de vrouwen zich af die naar het graf van Jezus gingen om hem te balsemen. Bij het graf van Jezus aangekomen zagen de vrouwen dat de steen was weggerold. Zij ontvingen toen het blijde nieuws van de engel: “Jullie zoeken Jezus van Nazareth, de gekruisigde. Hij is niet hier. Hij is verrezen”
Daar begint Pasen. Omdat Jezus leeft mogen ook wij herademen. Maar dat gebeurt niet in een handomdraai. Pasen is een weg, een weg die lang kan duren.
De vrouwen zetten voor ons de eerste stap. Zij blijven niet voor het graf staan, zij gaan het graf binnen. Zij gaan het verdriet niet uit de weg. Zij erkennen het en zien het onder ogen. Pasen richt onze blik vervolgens voorwaarts over het graf heen.
“Hij gaat u voor naar Galilea, daar zul je Hem zien”, wordt tegen de vrouwen gezegd.
Galilea is meer dan een streeknaam, maar is het land van het leven, het land van de hoop,  waar Jezus met zijn apostelen heeft gegeten en hun nieuwe moed gaf. De leerlingen moeten nu zelf in beweging komen, weg van de plek waar ze zich teruggetrokken hadden. Verrijzenis is opstaan, in beweging komen.
Pasen werpt een ander licht op de zaak. Over alles wat duister is, gaat het licht van Pasen op. De steen van het graf is weggerold. Wie valt, vangt Hij op, wie sterft staat op in een nieuw leven.
Pasen is een levenswerk. Maar het is ook vertrouwen dat het goed komt, want Hij is ons voorgegaan.

Zalig Pasen en een mooie Paastijd gewenst!

Mede namens pastoor Hermens,

Pastoraal werker Christianne Saris