Pastorpraat

Geloven is een privézaak. Het hoort thuis binnen de muren van je eigen huis. Het is iets waar je een ander niet mee lastig valt. Geloven is privé. Deze mening hoor je de laatste decennia steeds vaker terugkomen in de politiek, op tv en in de kranten. Dit denken past ook bij een individualistische samenleving.

Niemand tot last zijn, zorgen voor je eigen ontplooiing en ontwikkeling. Ieder voor zich, God voor ons allen. In een samenleving waar vele mensen leven met verschillende geloven en overtuigingen lijkt dit ook een veilig standpunt. Geen discussies, geen problemen. Zo laten we eenieder in zijn of haar waarde en zo zijn we tolerant, verdraagzaam en respectvol.

Geloof U het? Tolerantie, verdraagzaamheid en respect dulden geen onverschilligheid. Hoe kan ik mijn islamitisch buren respecteren wanneer ik geen weet heb van wat ze denken, voelen en meemaken in het leven van alledag? Hoe kan ik respectvol omgaan met mijn anders geaarde collega, wanneer ik hem niet accepteer in zijn diepste wezen, in zijn anders zijn?

Mensen zijn geen beren die geïsoleerd kunnen leven. We zijn relationele wezens. We zijn gericht op een ander. Als kind op de eerste plaats op onze ouders, later onze vrienden en vriendinnen, onderwijzers, dokters, partners, collega’s.

We leven pas wanneer we ons leven kunnen delen en zeer zeker wanneer het gaat om zaken die ons ten diepste raken.

Als pastor krijg ik nogal eens de vraag: ‘Als je probeert te leven als een goed mens dan is het toch goed, dan hoef je toch niet meteen gelovig te zijn?’ En daarop antwoord ik meestal;  ‘Natuurlijk ook zij die zeggen niet te geloven kunnen goede en waardevolle mensen zijn en zij die zeggen wel te geloven, daar kan ik me ook wel eens van voorstellen dat je er een straatje voor omloopt.’ Maar na deze bevestiging vraag ik meestal daarna: ‘Wat maakt een goed mens dan voor jou goed?’ En soms komt dan het antwoord; ‘Ja, dat maak ik natuurlijk zelf wel uit.’ Ja, dan begin ik toch wel mijn wenkbrauwen te fronzen. Waar is die goedheid, die liefde op geënt? Ik maak dat zelf wel uit, heeft geen basis. Er is geen verbondenheid, niet met God, niet met je naasten.

‘Pastor, als je probeert te leven als goed mens dan is het toch goed?’ Leven als goed mens begint naar mijn mening daar waar verbondenheid is met een ander. Je bent pas een goede broer of zus, wanneer je je met hem of haar verbonden weet. Je bent pas een goede mens wanneer je dit doet in verbondenheid met je naasten. Je bent een goed christen wanneer je probeert te leven in verbondenheid met Christus zelf en van daaruit met de mensen om je heen.

Christen zijn is daadwerkelijk een keuze, waar je met huid en haar aan verbonden bent. Je kunt niet een beetje christen zijn, net zo min als je niet een beetje zwanger of een beetje dood kunt zijn. Kortom waar het Jezus ten diepste om gaat, is de liefde en het waarmaken daarvan en daarin is Hij voor hen die Hem willen volgen broodnodig. Zo zegt Hij dan ook: Ik ben jullie voedsel en drank om naar God te gaan.

Geloven, daar maak je werk van. Ook met vallen en opstaan. Daar heb je een leven voor. Maar het blijft uw, jouw en mijn keuze.

Pastoor Hans Hermens