Met Pasen begonnen we in de kerk met het aansteken van de paaskaars. Meestal gaat dat niet ineens. En zeker wanneer buiten de paaskaars wordt ontstoken en de wind krijgt er vat op, is het een moeizaam proces om de paaskaars brandend te houden. Maar toch wanneer het kleine haperende vuurtje brandt en wordt uitgedeeld is binnen een paar minuten de gehele kerk verlicht met allemaal kleine vlammetjes. Dit gebeurde in onze Pancratius parochie tijdens de paasnacht, maar op talloze plekken over de gehele wereld. Miljoenen en miljoenen kleine vlammetjes die werden gedeeld over de gehele wereld. Het licht van Christus’ verrijzenis. Teer en zwak, maar toch overal aanwezig. Het Paasgeloof moet wortel schieten. Met Pasen was het voor de leerlingen van Jezus ook niet meteen ‘Alleluja de Heer Leeft’. We hebben de Geest van harte nodig om het paasgeloof te kunnen verstaan.

Met Pinksteren vieren we het geboortefeest van de kerk. Want met Pinksteren trekken de leerlingen van Jezus de wijde wereld in. En brengen voor het eerst de verrezen Heer bij alle mensen in herinnering. De beloofde Helper, de heilige Geest werd op die eerste Pinksterdag over de leerlingen en over de aanwezige vrouwen uitgestort.

De Geest maakt nieuw, geeft kracht en maakt wat is verhard weer zacht. In deze tijd van oorlog, terreur en geweld mogen we als gelovigen met meer aandrang bidden om de heilige Geest.

Met ons Doopsel en het Vormsel, hebben ook wij die Geest mogen ontvangen om tenslotte in ons doen en laten vrucht te dragen. Om handen en voeten te geven aan de Blijde Boodschap.

Pinksteren is het feest van het optimisme. Het geloof dat niet de dood, de pijn, het kwaad het laatste woord heeft, maar Gods liefde die leven geeft in overvloed.

Hieronder vindt u een mooi en oud lied, een gebed om de heilige Geest. Een gebed om in deze dagen eens wat vaker te bidden of te zingen.

Ik wens u een zalig Pinksteren toe.

Pastoor Hans Hermens,
mede namens onze pastoraal werkster Christianne Saris.

 

PINKSTERLIED: KOM SCHEPPER GEEST.

Kom Schepper Geest, daal tot ons neer,
Houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
Vervul het hart dat U verbeidt
Met hemelse barmhartigheid.

Gij zijt de gave Gods, Gij zijt
De grote Trooster in de tijd,
De bron waaruit het leven springt,
Het liefdesvuur dat ons doordringt.

Gij schenkt uw gaven zevenvoud,
O hand die God ten zege houdt,
O taal waarin wij God verstaan,
Wij heffen onze lofzang aan.

Verlicht ons duistere verstand,
Geef dat ons hart van liefde brandt,
En dat ons zwakke lichaam leeft
Vanuit de kracht die Gij ons geeft.

Verlos ons als de vijand woedt,
Geef ons de vrede weer voorgoed.
Leid Gij ons voort, opdat geen kwaad,
Geen ongeval ons leven schaadt.

Doe ons de Vader en de Zoon
Aanschouwen in de hoge troon,
O Geest van beiden uitgegaan,
Wij bidden U gelovig aan.