KORTE HISTORIE VAN ONZE GELOOFSGEMEENSCHAP
Van buurkapel tot een kerk in basiliekstijl 1372 – 2005
Het dorp Albergen lang geleden
Albergen is historisch gezien een belangrijk en interessant dorp. Het is gelegen aan een oude internationale handelsroute, die liep van Deventer via Rijssen naar Wierden en Almelo, door Albergen en Ootmarsum naar Nordhorn en Hamburg of Münster. Midden in het dorp, in de tuin van boerderij Bouhuis, lag erve Hobergen, een belangrijk bezit van de heren van Borculo.
Het Weemselo, bewoond door de adellijke familie Van Bevervorde en behorend tot de heerlijkheid Bevervorde, was gelegen aan de Fleringer molenbeek.
De landerijen in Albergen, vroeger de marke Albergen geheten, waren eigendom van de proost en het kapittel van Oldenzaal, het klooster Albergen, het klooster Weerselo, het klooster Werden, het stift St. Pieter te Utrecht, Herman van de Kemenade, het gasthuis te Oldenzaal, het Lievevrouwengilde te Oldenzaal en het huis Weemselo.
De boeren waren verenigd in een markegenootschap, onder leiding van een boerrichter. De vergaderingen werden gehouden in de buurbank, een omheinde ruimte in de open lucht, waar banken voor de boeren en de landeigenaren stonden.
In Albergen was deze gelegen op de plaats waar nu J.Loohuis aan de Hobergenstraat woont. Zo’n vergadering werd uitgeschreven door de houtrichter, de heer van het Weemselo. Indien er besluiten moesten worden genomen over bijvoorbeeld het aantal schapen dat gehouden mocht worden, of als er straffen werden uitgedeeld voor het stiekem kappen van bomen of het onbevoegd graven van turf, dan werd de straf onder leiding van de houtrichter en de meest vooraanstaande boer mede bepaald.
De stichting van een buurkapel in 1372
De inwoners van Albergen gingen vroeger in Ootmarsum naar de kerk. Onderweg werd men vaak lastiggevallen
door kooplieden die passeerden. De inwoners van Albergen vroegen aan de pastoor van Ootmarsum om een eigen kapel. Dit werd toegestaan en de kapel werd de buurkapel (de boerenkapel) genoemd.
Op 21 oktober 1372 werd de kapel, die gewijd was aan Maria, de heilige Johannes de Doper, de 11.000 Maagden en Alleheiligen met het kerkhof ingewijd. De kapel stond op de hoek van de Schultenstraat – Hobergenstraat, bij J. Oerbekke.
Verandering van buurkapel in gasthuis
In het midden van de 16e eeuw werd de kapel, met een grote gift van de heer van het Weemselo, verbouwd tot een gasthuis. Daarin werden de armen van de marke Albergen verzorgd.
Het Sint Antoniusklooster 1407 – 1721
De bewoners van het erve Hobergen besloten om hun goed, waar het huidige kerkplein deel van uitmaakte, over te geven aan de rector van de broeders van het Gemeene Leven te Zwolle, opdat er een klerkenhuis gesticht zou worden.
Op 1 januari 1407 kwamen de eerste broeders uit Zwolle in Albergen aan. Ze bouwden een klerkenhuis,
waarvan de archeologische restanten op een luchtfoto uit 1975 te zien zijn. Het gebouw was erg groot. Het had de maten van 32 x 13,5m. Aan de rij slecht groeiende platanen, die midden op het kerkplein staan, kan men zien, dat deze op de oostelijke fundering van het klerkenhuis staan.
Hier tegenaan werd de grote kloosterkerk gebouwd. Zij stond ten noorden van de huidige kerk. De pastorie staat nu nog op de voormalige oostvleugel van het klooster en de noordvleugel moeten we zoeken aan de noordzijde van het kerkplein.
Reconstructie St.Antoniusklooster
Wat de kloostergeschiedenis betreft: we mogen blij zijn dat prior Johannes van Lochem de belevenissen opschreef in zijn kroniek gedurende de jaren 1520-1525.
Van 1611 tot 1721 zijn er geen kloosterlingen meer in Albergen. In 1672/73 is er nog even een prior.
In 1721 vond de openbare verkoop van het klooster plaats, dat wil zeggen, wat er nog van over was.
In 1725 brak in de restanten brand uit.
Op de noord-westelijke hoek van het kerkplein, waar ooit de prior zijn kamer had, bevindt zich nu een bronzen maquette van het klooster met brailleschrift en een informatiepaneel.
Bronzen maquette St.Antoniusklooster
De oprichting van de parochie Tubbergen 1572
Met de oprichting van de parochie Tubbergen in 1572, werd Albergen afgesneden van Ootmarsum. Ten tijde van de reformatie hebben rondtrekkende geestelijken hier en daar missen gelezen.
Zo ook in Albergen, rond 1630 in de kloosterkerk. Pas in 1688 heeft Tubbergen weer een pastoor.
De bouw van een nieuw kerkhuis op de fundering van de kloosterkerk 1786 – 1787
Het is dan ook niet verwonderlijk dat Bouhuis, de kloosterboer, exact wist waar het klooster gestaan had. Aan Bouhuis heeft Albergen het te danken dat er een nieuwe kerk werd gebouwd op de fundamenten van de kloosterkerk. Met grote inzet van vele Albergenaren werden stenen gebakken voor het nieuwe gebouw.
In 1786 begon men met de bouw en op 2 december 1787 was de eerste mis met predicatie. Het kloosterkerkhof werd opgeruimd en op dezelfde plaats werd het nieuwe kerkhof ingericht. Het bevond zich op de plaats van de huidige kerk.
De verbouw tot waterstaatskerk met daarna de nodige veranderingen 1832 – 1918
In 1841 was de verbouw tot waterstaatskerk gereed. Dat betekende, dat de bouw onder toezicht
stond van de hoofdingenieur van de Waterstaat in de provincie Overijssel. In een nis bij de ingang aan de westzijde, plaatste men het beeld van de H. Pancratius, de patroonheilige van de kerk en de patroonheilige van de moederkerk te Tubbergen.
De oprichting van de parochie van de Heilige Pancratius te Albergen 30 maart 1855
Dit was een belangrijke gebeurtenis voor Albergen. Men werd een zelfstandige parochie, afgescheiden van Tubbergen, en behoorde tot het dekenaat Almelo. Noodzakelijk was het beschrijven van de grenzen van de parochie en het inventariseren van het kerkelijk kunstbezit. Dit is zeer nuttig, omdat in de loop der jaren is gebleken dat kostbaarheden die tot de kerk behoorden, zijn verdwenen.
De omvang van de parochie werd kleiner door de oprichting van nieuwe parochies.
Oprichting van de Parochie Onze Lieve Vrouw Van Altijd Durende Bijstand
te Mariaparochie 1 oktober 1918
De familie Lentferink te Mariaparochie had de bouw van de kerk mogelijk gemaakt. De parochie Albergen verloor daardoor een gedeelte van haar grondgebied.
Oprichting van de parochie van Onbevlekt Hart van Maria te Fleringen 16 juli 1949
De bouwpastoor van Fleringen, B. Bodde, voerde overleg met pastoor Th. Loefs uit Albergen,
over de ontworpen grenzen van de nieuwe parochie. De laatste had bezwaren, maar met behulp
van de deken uit Almelo, werden de argumenten van pastoor Loefs van tafel geveegd.
De parochie Zenderen
De parochie Albergen raakte nog meer grond kwijt, onder andere aan de parochie Zenderen.
Kardinaal de Jong, aartsbisschop te Utrecht stelde een grenswijziging voor tussen de heilige Pancratiusparochie Albergen en de parochie van O.L. vrouw Onbevlekt Ontvangen te Zenderen.
De grenswijziging werd in beide parochies voorgelezen en trad op 28 december 1948 in werking.
Een grote verbouwing te Albergen 1918-1919
De waterstaatskerk werd verlengd en de pastorie die vroeger deel uitmaakte van het eerste kerkhuis werd een zelfstandig gebouw. Het is de huidige pastorie. Opmerkelijk was dat het kerkje nu wit werd geschilderd en voortaan ‘het witte kerkje’ heette.
Zuidzijde kerk met aangebouwde 1918 – 1919 R.K. kerk verbouwd, zaaltje en
Sacristie (1902-1905) pastorie nieuw
De huidige kerk 26 juli 1954
De hoofdreden voor het afbreken van het witte waterstaatskerkje was dat het te weinig plaatsen bood en te donker was. In 1953 op 21 september werd het oude kerkhof, dat dienst had gedaan van 1787 tot 1953, geruimd en gestort in het kleigat bij Berendsboer. Op 26 juli 1954 consacreerde Mgr. Dr. B.J. Alferink de nieuwe kerk. De ingebruikname vond plaats op 12 augustus en op 19 december 1954 was hij gereed.
1930 – 1950 Waterstaatskerk Nieuwe kerk 1954
Juli 1955 Interieur van de nieuwe kerk Interieur kerk januari 2004
De Geestelijken in Albergen en missionarissen vanuit Albergen
Albergen heeft vele geestelijken met de nodige huishoudsters in zijn midden gehad. Er waren kleurrijke figuren bij, maar ook rustige, getalenteerde pastoors en kapelaans. De betekenis van een pastoor in een parochie kan men ook aflezen aan het aantal parochianen
dat zijn uitvaartmis bijwoont. Het is een teken of hij als mens onder de mensen heeft geleefd.
Albergen kan trots zijn op de vele missionarissen, die in verre landen zeer goed werk hebben verricht.
J.H. Heghuis, pastoor 30 juni 1882 -27 november 1915
T. Hesselink-Van der Riet
Literatuur:
– E. Geerdink, Eenige Bijdragen tot de Geschiedenis van het Archidiaconaat en Aartspriesterschap Twente, herdruk, Hengelo 1978.
– T. Hesselink-Van der Riet, de Kerkgeschiedenis van Albergen en omstreken, Heemkunde Albergen 1987.
– 1520-1525. De kroniek van Johannes van Lochem prior te Albergen. Vertaling en Toelichting, HeemkundeAlbergen/Twente Akademie 1995.
– T. Hesselink-Van der Riet. 1407-1725. Van Hobergenhuis en Sint Antoniusklooster Albergen, Werkgroep SintAntoniusklooster Albergen, 2001.
– Von Kloster zu Kloster – Van klooster tot klooster: Wietmarschen, Frenswegen, Weerselo, Albergen, Werkgroep SintAntoniusklooster Albergen, 2001.